GEMEENTE BREDA Bijlagen 1958 no. 272 4 juni 1958 P/10244 Preadvies van burgemeester en wethouders inzake een ontwerp-wijziging van het bezoldigingsbesluit secretarissen. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Krachtens artikel 111 van de gemeentewet geniet de gemeentesecretaris een jaarwedde, die door gedeputeerde staten, nadat de raad is gehoord, wordt vastgesteld, onder goedkeuring van de Kroon. Ingevolge deze bepaling wordt Uw gevoelen gevraagd over een ontwerp-besluit, strekkende tot herziening van het bezoldigingsbesluit secretarissen, welk ontwerp is toegezonden bij schrijven van gedeputeerde staten van 23 oktober 1957,G.no.80977 aanleiding tot het opstellen van het ontwerp-besluit is geweest: 1de circulaire van de minister van binnenlandse zaken, bezitsvorming en publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie van 15 juni 1957,nr.U 26571 welke circulaire richtlijnen inhoudt met betrekking tot verhoging van de salarissen van de hogere gemeente-ambtenaren (de z.g. topfunctionarissen) met ingang van 1 september 1956; 2. de stijging van het inwonertal van Breda boven 100.000 op 1 januari 1956. Naar aanleiding van voormeld schrijven van gedeputeerde staten hebben wij de vrijheid genomen dat college bij brief van 10 december 1957,no.P/l8446 een nota van opmerkingen te doen toekomen. -Is antwoord daarop hebben gedeputeerde staten bij brief van 1 mei 1958,G.nr. 94997 medegedeeld, dat zij besloten hebben het ontwerp-besluit tot regeling van de bezoldiging van de gemeente-secretarissen op enige punten te wijzigen. Ondanks die wijzigingen hebben wij nog de volgende bedenkingen. Volgens het concept-besluit wordt de secretariswedde tengevolge van de stij ging van het inwonertal van Breda boven 100.000 op 1 januari 1956 gesteld op een bedrag van j 15.720,- per jaar. In afwijking van de gebruikelijke vorm, nl. vaststel ling van een weddeschaal, welke zeer waarschijnlijk zou hebben bedragen 14.400,- in minimum en 16.330,- per jaar in maximum met 3 periodieke verhogingen van j 660,-, heeft het college van gedeputeerde staten één weddebedrag bepaald van 15.720,-, zijnde het minimum met 2 periodieke verhogingen in die fictieve schaal. Ingevolge artikel 9, lid 1 van het bezoldigingsbesluit secretarissen worden aan de secretaris ener gemeente, welke door toename van het inwonertal naar een hogere klasse overgaat, zoveel periodieke verhogingen boven het minimum dier klasse toegekend, dat de bezoldiging onmiddellijk gelegen is boven die, welke hij tot dusver genoot, tenzij daardoor het maximum dier klasse wordt overschreden. Krachtens artikel 6, eerste lid van voornoemd besluit is echter alleen Volgno. aPa der agenda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 396