Volgno. 29a den agenda -2- de bezoldiging van. de secretarissen tot en met 100.000 zielen naar inwonertal klassen geregeld. Blijkens het voorlopig vastgestelde salaris van de secretaris ad j 1o.720,~ op 1 januari 1956 en zijn huidige wedde van 15.600,- hebben gedeputeerde staten als inpassingsregel de bepaling van artikel 9 overeenkomstig toegepast. In verband hiermede moge worden opgemerkt, dat in meerdere andere provincies het maximum volgens de nieuwe salarisschaal wordt toegekend, indien ook in de vorige schaal door verworven diensttijd het maximum werd genoten» Als regel wordt ook bij toename van het inwonertal door grenswijziging de vergolden diensttijd bij inpassing in de nieuwe weddeschaal medegeteld. Verder wordt bij bevordering van het rijksper soneel tenminste een voordeel van een periodieke verhoging meegegeven. Het komt ons redelijk en'billijk voor, indien op grond van vorenstaande be weegredenen en mede gelet op het feit, dat de secretaris van Breda op 1 januari 1956 reeds 12 jaar op de maximum-bezoldiging staat, het salaris alsnog per laatst genoemde datum op het maximum van de fictieve schaal, zijnde 16.380,- per jaar, zou worden gebracht. Indien Uw raad zich hiermede kan verenigen, mogen wij U in overweging geven Uw gevoelen aan gedeputeerde staten kenbaar te maken. In het geval, dat genoemd college de wedde alsnog op 16.380,- zou bepalen, zou naar ons oordeel als consequentie daaruit voortvloeien, dat op grond van de in artikel II van voormeld ontwerp-besluit opgenomen inpassingsregels ook het salaris op 1 september 1956 verhoogd zou worden en wel eveneens tot het maximum van ƒ.1 .820,— per jaar. Gedeputeerde staten ware ook hiervoor de aandacht te vragen. Burgemeester en wethouders van Breda, J.A. Meijs loco-burgemeester. Van Woensel secretaris. ligt ter visie in de raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 397