GEMEENTE BREDA
Volgno. 6 der agenda
Bijlagen 1958
no287
9 juli 1958
V/6635
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van het partieel uitbreidingsplan
in onderdelen "Doornbos"
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
De voortschrijdende bebouwing in het Brabantpark en de Boeimeer maakt het nood
zakelijk een nieuw woongebied te ontsluiten.
In verband hiermede heeft met ingang van 5 juni 1958 gedurende vier weken ter
gemeentesecretarie ter visie gelegen een ontwerp-uitbreidingsplan in onderdelen
"Doornbos"jdat betrekking heeft op het gebied gelegen ten noorden van de spoorlijn
tussen het Liniekwartier en de Kwekerijstraat. Voor een uitvoerige omschrijving van
het plan mogen wij U verwijzen naar de ter inzage gelegde toelichting op het ontwerp
plan.
De hiervoor vermelde ter visielegging is op de gebruikelijke wijze openbaar
bekend gemaakt en bovendien aangekondigd in "De Stem" en"De Bredasche Courant".
Tegen het ontwerp-plan zijn enige bezwaarschriften ingekomen en wel vans
1. de Wed.P.M.Snijders-van Haperen, eigenares van de percelen D 2196 en 2197 en
pachtster van de percelen sectie G nos 206 en 207?
2. A.Brooymans, pachter van een gedeelte van het perceel D no.1872;
3. P.Brooymanspachter van een gedeelte van het perceel D no.1872;
4. G.W.Schoenmakerseigenaar van het perceel sectie D no.4723 (oud 4611en pachter
van de percelen, sectie D nos 6973 en 532 en sectie G nos 219? 220 en 221;
5. P.J.Janssen, eigenaar van de percelen sectie D nos 453 en 454;
6. A.J.Schoenmakers, pachter van het perceel sectie D no.1873?
7. K.C.Claasen, eigenaar van het perceel sectie D no. 5507 (oud 538 en 539) en ge
bruiker van de percelen D 1324 en 601
8. J.H.Rijvers, pachter van de percelen sectie D nos 4802, 4803 en 3129;
9. P.A.van Gurp, eigenaar van depercelen sectie D 597» 598 en 678.
Wij hebben deze bezwaarschriften voor U ter visie gelegd met bij elk bezwaar
schrift een tekening, waarop de percelen waarop het betrekking heeft in kleur zijn
aangegeven. Hierbij tekenen wij aan, dat de percelen sectie F nos 51 52 en 53 ver
meld in het bezwaarschrift van G.W.Schoenmakersde percelen sectie F nos 54» 55
en 56 vermeld in het bezwaarschrift van J.H.Rijvers en de percelen sectie D nos
597, 598 en 678 vermeld in het bezwaarschrift van P.A.van Gurp buiten het uitbrei
dingsplan zijn gelegen. Omdat van laatstgenoemde geen enkel perceel binnen het
uitbreidingsplan is gelegen is hij niet-ontvankelijk in zijn bezwaar.
Ten aanzien van de overige bezwaarschriften merken wij op, dat zij binnen de
wettelijk voorgeschreven termijn zijn ingekomen en dat er overigens geen termen
aanwezig zijn om adressanten niet-ontvankelijk te verklaren.
De percelen waarop de bezwaarschriften van de adressanten genoemd sub 1 t/m
8 betrekking hebben, hebben in het uitbreidingsplan een niet-agrarische bestemming