EENTE BREDA
De raad der gemeente Breda;
Beschikkende op het verzoek d.ö. 5 mei 1958 van de N.V. Volkshuisvesting alhier
om toekenning van een gemeentelijk voorschot ingevolge de woningwet, ter financiering
van de kosten van enkele voorzieningen, t.w.
a. het aanbrengen van plafonds in de slaapvertrekken;
b. het aanleggen van een elektrisch lichtpunt op de bovenverdieping;
c. het maken van een granieten aanrecht met gootsteen en afvoer, en
d. het verplaatsen van het tappunt der waterleiding van de gang naar sen gunstiger
plaats in de woning,
in 6 woningen van het complex 85 woningen "Hollandse Tuin", gelegen aan de Lange Gam-
pelstraat
Gezien het preadvies van burgemeester en wethouders dezer gemeente d.d. 9 juli
1958, bijlagen 1958, no. 290
Ovenregende, dat voor de stichtingskosten van het betreffende woningcomplex bij
raadsbesluiten van 21 december 1912 en 2 mei 1914, ten aanzien van de voorwaarden
aangevuld bij besluit van 5 april 1913»grond- en bouwvoorschotten zijn toegekend;
dat voor dit zelfde doel bij koninklijke besluiten van 26 juni 1913» no. 44 en
1 oktober 1914, no. 33 rijksvoorschotten aan de gemeente zijn verleend;
dat de kosten van bovenvermelde voorzieningen worden geraamd op 350,-, zijnde
totaal 2.100,-, waarvoor de betrokken woningbouwcorporatie niet op andere wijze de
middelen kan verkrijgen;
Gelet op de bepalingen der woningwet en haar uitvoeringsvoorschriften;
besluit:
I. aan de N.V. Volkshuisvesting te Breda voor de kosten van de voorzieningen als bo
venomschreven in 6 woningen van het complex 85 woningen "Hollandse Tuin", gelegen
aan de Lange Gampelstraat een aanvullend bouwvoorschot toe te kennen ten bedrage
van maximaal 2.100,-, zulks onder de zelfde voorwaarden als bij raadsbesluiten
van 21 december 1912 en 5 april 1913 ten aanzien van de voor dit complex verleende
grond- en bouwvoorschotten zijn gesteld, met dien verstande evenwel, dat de beta
ling van rente en aflossing van dit voorschot behoort te geschieden in jaarlijkse
annuïteiten, gedurende een periode gelijk aan de restant-looptijd van het oorspron
kelijk bouwvoorschot, zijnde tot 11 februari 1966, en berekend naar een rente, welke
de gemeente nu of later voor het door haar voor dit doel op te nemen voorschot of
lening verschuldigd zal zijn;
II. aan het rijk, ministerie v n volkshuisvesting en bouwnijverheid, te verzoeken aan
de gemeente een voorschot tot het onder I genoemd bedrag te willen verstrekken.
^.ldus besloten door de raad voornoemd in
zijn openbare vergadering van 16 juli 1958,
voorzitter.
secretaris.