GEMEENTE BREDA
Bij volgno. 9 der agenda
De raad der gemeente Breda;
Beschikkende op het verzoek d.d. 5 mei 1958 van de N.V.Volkshuisvesting alhier
om toekenning van een gemeentelijk voorschot ingevolge de woningwet, ter financiering
van de kosten van enkele voorzieningen, t.w.;
a. het aanbrengen van plafonds in de slaapvertrekken;
b. het aanleggen van een elektrisch lichtpunt op de bovenverdieping;
c. het maken van een granieten aanrecht met gootsteen en afvoer, en
d. het verplaatsen van het tappunt der waterleiding van de gang naar een gunstiger
plaats in de woning,
in het complex 55 woningen "Jan van Polanenkade"gelegen aan de Lange Gampelstraat;
Gezien het preadvies van burgemeester en wethouders dezer gemeente d.d. 9
juli 1958, bijlagen 1958, no. 290;
Overwegende, dat voor de stichtingskosten van het betreffende woningcomplex
bij raadsbesluit van 11 maart 1919 grond- en bouwvoorschotten, alsmede exploitatie
bijdragen zijn toegekend;
dat voor dit zelfde doel bij K.B. van 21 mei 1920, no.39 laatstelijk gewijzigd
bij ministeriële beschikking van 19 februari 1926, no.633 M.rijksvoorschotten en
bijdragen ten belope van 50°/o der tekorten zijn toegekend;
dat de kosten van bovenvermelde voorzieningen worden geraamd op 350,-,
zijnde totaal 18.550,-, waarvoor de betrokken woningbouwcorporatie niet op andere
wijze de middelen kan verkrijgen;
Gelet op de bepalingen der woningwet en haar uitvoeringsvoorschriften;
besluit:
I. aan de N.V.Volkshuisvesting te Breda voor de kosten van de voorzieningen als boven
omschreven in het complex 53 woningen "Jan van Polanenkade", gelegen aan de
Lange Gampelstraat, toe te kennen
a. een aanvullend bouwvoorschot ten bedrage van maximaal 18.550,-, zulks onder
de zelfde voorwaarden als bij het raadsbesluit van 11 maart 1919 ten aanzien
van de voor dit complex verleende grond- en bouwvoorschotten zijn gesteld,
met dien verstande evenwel, dat de betaling van rente en aflossing van dit
voorschot behoort te geschieden in jaarlijkse annuïteiten, gedurende een
periode gelijk aan de restant-looptijd van het oorspronkelijk bouwvoorschot,
zijnde tot 11 februari 1973? en berekend naar een rente, welke de gemeente nu
of later voor het door haar voor dit doel op te nemen voorschot of lening
verschuldigd zal zijn;
b. een jaarlijkse bijdrage tot dekking van de netto ten laste van de r...Volks
huisvesting blijvende rente en aflossing van het voorschot, doch zulks slechts
onder voorwaarde, dat hiervan 50%" zal worden bijgedragen door het rijk;
II. aan het rijk, ministerie van volkshuisvesting en bouwnijverheid, te verzoeken
aan de gemeente te willen verstrekken een voorschot tot het onder I,sub a.genoemde
bedrag, alsmede een jaarlijkse bijdrage gelijk aan van de terzake van dit
voorschot ten laste van de IT.V.Volkshuisvesting blijvende rente en aflossing.
Aldus besloten door de raad voornoemd in
zijn openbare vergadering van 16 juli 1958,
voorzitter.
secretaris.
