GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1958
no. 376
6 augustus 1358
F/11476
Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij
ter vaststelling van de redactie aanbiedend het
concept-antwoord naar aanleiding van de nota van
aanmerkingen op de gemeentebegroting 1958 van ge
deputeerde staten.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
4
In de raadzaal is voor U ter visie gelegd de van gedeputeerde staten ontvangen nota
van aanmerkingen naar aanleiding van hun onderzoek van de gemeentebegroting voor het
dienstjaar 1958, alsmede het door ons opgestelde concept-antwoord hierop.
De begroting voor het dienstjaar 1958 (inclusief de 1e wijziging) vertoonde een te
kort aan algemene dekkingsmiddelen van 3.128.312,- in verband waarmede in Uw vergadering
van 16 oktober 1957 (zie raadsvoorstellen 1957, bijlage no. 379) is besloten op grond
van artikel 3 van het financieel verhoudingsbesluit bij de minister van binnenlandse za
ken, bezitsvorming en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie een verzoek in te dienen om
het basisbedrag van de algemene uitkering uit het gemeentefonds op subjectieve wijze te
herzien.
Dezerzijds werd in dit verzoek als basis voca? de vaststelling van het bedrag der
subjectieve verhoging voor het jaar 1958 gesteld het geraamde tekort aan algemene dek
kingsmiddelen voor dat jaar ad 3.128.312,-.
4 Het verband dat op deze wijze is gelegd tussen de aanvraag om subjectieve verhoging
voor 1958 en de begroting 1958 komt eveneens tot uitdrukking in de nota van aanmerkingen
op de begroting 1958 van gedeputeerde staten, waarin naast opmerkingen op comptabel ter
rein, aanmerkingen en vragen zijn opgenomen betreffende het algemeen financieel beleid,
met als achtergrond de beoordeling van het ingediende verzoek om subjectieve correctie
van de algemene uitkering.
Bij de beantwoording van de nota van aanmerkingen hebben wij hiermede zoveel moge
lijk rekening gehouden.
Zonder de nota van aanmerkingen in dit pre-advies volledig te behandelen - in het
ter inzage gelegde concept-antwoord, waarnaar wij kortheidshalve mogen verwijzen, --üjn
de opmerkingen uitvoerig behandeld - menen wij toch een globaal overzicht te moeten ge
ven van de financiële consequenties welke voortvloeien uit deze nota en het door ons ont
worpen antwoord hierop.
Door het tijdsverloop sedert de samenstelling van de begroting zijn diverse ramingen
inmiddels door de feiten achterhaald, terwijl andere ramingen door de gewijzigde omstan
digheden wijziging behoeven. De wijzigingen welke voortvloeien uit de nota van aanmer
kingen kunnen onderscheiden worden in twee groepen en wel:
1correcties van ramingen in verband met sedert de vaststelling van de begroting ge
wijzigde omstandigheden;
2. andere mogelijk gebleken beperking van uitgaven of verhoging van inkomsten.
Volgno. 25 der agenda