GEMEENTE BREDA
Volgno. 24 der agenda
Bijlagen 1958
no. 428
10 september 1958
F/15104
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het aan
gaan van kasgeldleningen met een maximum looptijd van
een jaar in het vierde kwartaal 1958.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Jaarlijks besluit Uw college tot het aangaan van kasgeldleningen met een maximum
looptijd van een jaar. Door gedeputeerde staten is, ingaande 1 januari 1958, de eis
gesteld, dat indien het maximum aan kasgeld op te nemen bedrag uitgaat boven de norm
van 25 van het budget voor 1958 - hetgeen voor deze gemeente het geval is - de
geldigheidsduur van het besluit dient te worden beperkt tot een periode van drie
maanden.
In Uw vergadering van 11 juni j.l. besloot U dat gedurende het 3e kwartaal 1958
de maximum kasgeldschuld der gemeente niet meer zou mogen bedragen dan ƒ.29.500.000,-.
Volgens de ter visie gelegde berekening zal dit maximum gedurende het 4e kwartaal
1958 een bedrag van 23.000.000,- niet behoeven te overschrijden.
In verband hiermede stellen wij U voor te besluiten ons te machtigen tot het
aangaan van kasgeldleningen gedurende het vierde kwartaal 1958 met een maximum loop
tijd van een jaar, tot een maximum bedrag van 23.000.000,- met inbegrip van de
in rekening-courant opgenomen bedragen en voorts onder de voorwaarden in het voor U
ter visie gelegde on'twerp-besluit opgenomen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Woensel
secretaris.