GEMEENTE BREDA
Volgno. 33 der agenda
Bijlagen 1958
no. 437
10 september 1958
P/12231
Preadvies van burgemeester en wethoaders inzake
ontwerp-wijzigingen van het bezoldigingsbesluit
wethouders 1949, het bezoldigingsbesluit secre
tarissen en het bezoldigingsbesluit ontvangers.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Krachtens de artikelen 100, respectievelijk 111 en 114 van de gemeente
wet genieten de wethouders, de secretaris en de ontvanger een jaarwedde, die door
gedeputeerde staten, nadat de raad is gehoord, wordt vastgesteld, onder goedkeu
ring van de Kroon.
Ingevolge deze bepalingen wordt Uw gevoelen gevraagd over een ontwerp-
wijziging van het bezoldigingsbesluit wethouders 1949, van het bezoldigingsbesluit
secretarissen en van het bezoldigingsbesluit ontvangers, welke ontwerpen zijn toe
gezonden bij brieven van 27 augustus 1958, G.no.116.038
De in de ontwerpen genoemde kindertoelagen en -toeslagen komen geheel
overeen met die, welke terzake zijn gesteld in een aan de gemeentebesturen gerichte
circulaire van gedeputeerde staten dezer provincie d.d. 13 februari 1957 waarin
het standpunt van de minister van binnenlandse zaken, bezitsvorming en publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie is weergegeven betreffende de progressieve kinder
toelageregelingen.
Volgens bovenaangehaalde brieven van 27 augustus j.l. menen gedeputeerde
staten geen andere regelingen te kunnen vaststellen dan in de onderhavige ontwerpen
zijn opgenomen, omdat reeds aan het besluit van de staten van Noord-Brabant d.d. 23
juli 1957 inzake verhoging met 10/B van de minimum- en maximumbedragen van de op 31
december 1956 geldende kindertoelage en kindertoeslag ten aanzien van het provinci
aal personeel bij koninklijk besluit van 19 maart 1958 goedkeuring is onthouden.
Naar onze mening is er geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Wij mogen voorstellen bovenbedoelde brieven voor kennisgeving aan te
nemen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Woensel secretaris.
Ligt ter visie in de raadzaal.