GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1958
no. 445
8 oktober 1958
V/12601
Yoorstel van burgemeester en wethouders tot onbe
woonbaarverklaring van de woningen Molenstraat 22
en 22a.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Uit een onderzoek is gebleken, dat de woningen Molenstraat 22 en 22a, eigen
dom van de heer H. Meesters, ongeschikt zijn ter bewoning en niet door het aanbren
gen van verbeteringen in bewoonbare staat kunnen worden gebracht.
De feitelijke resultaten van genoemd onderzoek zijn neergelegd in de voor U
ter visie gelegde onderzoekstaten.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 25, 1e lid der woningwet hebben wij
te dezer zake het advies gevraagd van de hoofdingenieur-directeur van de volks
huisvesting en de bouwnijverheid, waarnemend inspecteur der volksgezondheid. Deze
heeft zijn advies uitgebracht. Het is vermeld op de laatste pagina van beide on
derzoekstaten.
De woning Molenstraat 22 was op het einde van september onbewoond 5 het in de
woning Molenstraat 22a gehuisveste gezin Van Zundert was met medewerking van het
woningnoodbureau naar een ander pand verhuisd.
Hoewel wij aan de heer Meesters hadden medegedeeld, dat wij U zouden voorstel
len de woningen onbewoonbaar te verklaren en dat het daarom beter was de woningen
als pakhuis te verhuren, heeft hij zonder vergunning van het woningnoodbureau
de benedenwoning Molenstraat 22 zelf betrokken. De bovenwoning Molenstraat 22a
is ook zonder vergunning betrokken door een ander gezin. Teneinde aan deze onver
antwoorde bewoning een eind te maken is het noodzakelijk de termijn bxnnen welke
de woningen moeten worden ontruimd zo kort mogelijk te stellen.
In verband met het vorenstaande stellen wij U voor de woningen Molenstraat 22
en 22a onbewoonbaar te verklaren en de ontruimingstermijn formaliteitshalve vast te
stellen op één dag, te rekenen vanaf de dag, waarop de tijd tot voorziening is ver
streken of het besluit in beroep is gehandhaafd.
De afdeling voor openbare werken gaat hiermede akkoord.
Burgemeester en wethouders van Breda,
