GEMEENTE BREDA Volgno. 14 der agenda Bijlagen 1958 110454 8 oktober 1958 OS/16450 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast stelling van de gemeentelijke exploitatievergoeding van de bijzondere lagere scholen (artikel 101, l.o.- wet 1920) over het jaar 1957. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Ingevolge het bepaalde in artikel 105, lid 2, van de lager onderwijswet 1920 moet door Uw college vóór 1 december van elk jaar worden vastgesteld: a. het bedrag van de gemeentelijke exploitatie-vergoeding, waarop de besturen van de bijzondere lagere scholen over het afgelopen jaar aanspraak hebben en b. het bedrag van de voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven van die scholen over dat jaar. Het bedrag sub a. is het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 55 bis, juncto artikel 101, lid 3 en 5, van de lager onderwijswet 1920, vermenigvuldigd met het gemiddelde aantal leerlingen, berekend naar de maatstaf van artikel 28 van genoemde wet over 1957. Een voorschot op deze gemeentelijke vergoeding, berekend naar het gemiddeld aantal leerlingen over 1956 en het door U vastgestelde bedrag per leerling ex arti kel 55 bis juncto artikel 101, lid 3 en 5, over 1957 is reeds aan de betrokken school besturen uitgekeerd. Een verrekening zal derhalve moeten plaats hebben. De te veel genoten vergoedingen moeten de schoolbesturen in de gemeentekas terugstorten, terwijl de te weinig genoten vergoedingen alsnog zullen worden uitge keerd. Het bedrag sub b. betreft de door de schoolbesturen in 1957 werkelijk gedane uitgaven, voorzover deze voor vergoeding in aanmerking komen. De door de schoolbe sturen ter staving van deze uitgaven ingezonden bescheiden zijn nagezien. Nagegaan is of de verantwoorde uitgaven geacht kunnen worden te behoren tot de "kosten der scholen". Omtrent de terzake gerezen geschillen is met de betrokken schoolbesturen overleg gepleegd en overeenstemming verkregen. Op de bij het concept-besluit behorende staat zijn de hierbovenbedoelde be dragen voor iedere school nader gespecificeerd aangegeven. In verband met het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen het hierbij overgelegde ontwerp-besluit vast te stellen.*) Burgemeester en wethouders van Breda, G. Kortmann burgemeester. Van rioensel secretaris. ligt ter visie in de raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 691