GEMEENTE BREDA Volgno. 27 der agenda Pijlagen 1958 no. 41 8 januari 1958 F/438 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de geldleningsovereenkomst met de Burgerlijke In stelling voor Maatschappelijke Zorg, alhier. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. In Uw vergadering van 11/12 april 1951 besloot U tot het aangaan van geldleningen met de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg, alhier. Bij de uit dit besluit voortgevloeide overeenkomst heeft de Instelling zich ver bonden alle bij haar vrijkomende en voor belegging bestemde middelen aan de gemeente uit te lenen. De rentevergoeding werd bepaald op c/- per jaar, zijnde het toendertijd maximaal toegestaan rentepercentage voor leningen met een gemiddelde looptijd van meer dan 15 jaar. Volgens punt 7 van de ter visie gelegde overeenkomst kan de rente op verzoek van een der partijen worden gewijzigd. Bij Uw besluit van 5 december 1957 is deze op verzoek van de Instelling gebracht op 4 /8 L/- per jaar. Bij circulaire van de minister van binnenlandse zaken, bezitsvorming en publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie van 21 januari 1957no.23896 it de door de gemeenten te vergoeden rente voor geldleningen met een gemiddelde looptijd van tenminste 15 jaar vastgesteld op 4t per jaar. De instelling heeft verzocht de aan haar bij het verlenen van geldleningen te ver- 1 strekken rente te brengen van 4 /8 7 op 4t Aangezien het van regeringswege opgelegde rentegamma deze verhoging toelaat, stellen wij U voor tot wijziging van het in de over eenkomst van geldleningen met de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg genoemde rentepercentage over te gaan door vaststelling van het ter visie gelegde ontwerp-besluit Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 70