-10- Volgno. 11 Deze raming heeft hoofdzakelijk betrekking op de opbrengst van de verkoop van oude materialen. Deze opbrengst is afhankelijk van de daarvoor geldende prijzen en van de hoeveelheid materiaalwelke wordt vervangen. Beide elementen zijn dermate onzeker, dat een voorzichtige raming, ten dele rekening houdend met de opbrengst over 1957, onzes inziens juist is. Volknos. 10 en 21 Be gestelde vraag inzake de ramingen op de volgnummers 19, 21, 27 en 29 wordt bevestigend beantwoord. De nieuwe omschrijving is juister in verband met het reke ningsstelsel der bedrijven. Lasten Volg.no. 8 Het bedrag van 1.000.000,- betreft de geschatte nieuwe investeringen in 1959 waarvoor geld in rekening-courant wordt verstrekt. De daarvoor verschuldigde rente wordt berekend naar het gemiddeld voor het gehele jaar uitstaande bedrag, in verband waarmede eenvoudigheidshalve 1 .000.000,- wordt vermenigvuldigd met de helft van het rentepercentage voor opgenomen rekeningcourant-saldizijnde 2 3/4a. De uitkomst wordo in mindering gebracht op de reeds berekende kapitaalrente over genoemde in vesteringen ter voorkoming van het tweemaal in rekening brengen van rente over de investeringen 1959. Volgno. 14 De juiste lasten van de Brabantse Bandijk voor het elektriciteitsbedrijf zijn nog niet bekend. Deze zullen echter in verhouding tot de totale raming der algemene kosten dermate gering zijn, dat voldoende ruimte daarvoor aanwezig is. Volgno. 20 Het onderhoudsschilderwerk van de elektrische lichtmasten is over het algemeen door de lichtbedrijven zodanig uitgevoerd, dat er geen ernstige „chterstand is. Om eventuele achterstand in nieuw dan wel onderhoudsschilderwerk te voorkomen, werd in de loop van dit jaar met de dienst van openbare werken overleg gepleegd. Als gevolg hiervan wordt het schilderwerk van elektrische lantaarns, dat niet in eigen beheer door de lichtbedrijven kan worden uitgevoerd, uitbesteed en onder deskundig toezicht van de schildersafdeling V3n openbare werken uitgevoerd. Een nadere aanduiding van de plaats der gesignaleerde verschijnselen wordt ge wenst geacht Volgno. 96 In de nog niet uitgevoerde elektrificatie-plannen voor onrendabele gebaeden zijn thans 11 woningen niet aangesloten, te weten: a) 1 perceel plan Bagvensestraat, nl. BaüVensestraat 25. b) 10 percelen van het elektrificatieplan Huifakkerstraat e.o. te weten Huifakker straat 50, 54, 56, 58, 61, 67, 69, 75, 77, 85. Het ligt in ons voornemen de aansluiting van genoemde percelen op korte ter mijn tot stand te doen brengen, Reservering hiervoor is niet meer nodig. Volmno. 58 De geraamde stijging van de winstuitkering voor 1959 is het netto resultaat van tal van mutaties in de ramingen ten opzichte van 1958. De ramingen zijn uiterst kritisch bezien mede met het oog op het streven naar een winstbedrag voor de drie nutsbedrijven van 3,50 per inwoner, hetwelk voor 1959 inderdaad te verwachten is. Uit het verband tussen de verschillende ramingen is op te maken, dat een gun stiger bezettingsgraad van het bedrijf tot de hogere winstraming heeft geleid. De gedaalde kolenprijs, alsmede de onlangs doorgevoerde verlaging van de brand-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 762