Weliswaar zou een nieuwe huurverhoging van de eerder gebouwde woningen het verschil in huurprijs nivelleren, doch zoals reeds eerder door ons werd aangetoond in een overgelegd uitvoerig overzicht zou deze verhoging in verband met het woon- gerief slechts voor een betrekkelijk gering aantal woningwetwoningen op haar plaats zijn en bieden de daardoor te verkrijgen hogere huren weinig of geen uitkomst, te meer omdat tot dusverre elke huurverhoging een vermindering van de rijksbijdrage meebrengt Hierin zit dus in de gegeven omstandigheden geen soulaas voor de laatstelijk gebouwde en in aanbouw zijnde woningen. Ons streven is voor nieuwe complexen nadrukkelijk gericht op een redelijk huurpeil in verhouding tot het geldende loonpeil, waarvan de in aanbouw zijnde wo ningen nabij de Valkenierslaan en in Boeimeer een voorbeeld zijn. Even nadrukkelijk zijn wij echter van oordeel, dat het bereiken van een la gere huur niet mag gaan ten koste van de kwaliteit der woningen, terwijl voorts rekening moet worden gehouden met de stedebouwkundige opzet van de uitbreidings plannen. Het bereiken van een redelijk huurniveau op kostprijsbasis - dus zonder rijksbijdragen - is een zaak van regeringspolitiek op lange termijn. Met betrekking tot de concrete vragen kan worden medegedeeld; ad 1 268 eengezinswoningen Brabantpark; huur type M woningen voor 10 personen 14,15 per week huur type J woningen voor 8 personen 12,50 per week. ad 2 en 5; 160 eengezinswoningen nabij de Valkenierslaan; huur 12,95 per week (8 personen) 168 etagewoningen Boeimeer; huur 11,75 per week (7 personen) Prontowoningen Brabantpark; huur 16,25 per week,eengezinswoning type A (10 personen) huur 18,- per week, eengezinswoning type B (11 personen) huur 10,20 per week, etagewoning type C (2 sl.k.) huur 12,- per week, etagewoning type C (3 sl.k.) De bovengenoemde huren zijn de voorlopig vastgestelde. ad 4: De huren van de woningwetwoningen worden bepaald door: a. de kosten van de bouwgrond b. de kosten van het bouwrijp maken? c. de bouwkosten; de rijksbijdrage. De kosten van de bouwgrond bestaan uit de prijs voor de grond met eventueel op stallen en de bijkomende schadevergoedingen, zoals vergoedingen voor inkomens- schade voor de eigenaar, gebruiker of pachter, snijschade, verplaatsingskosten enz. De onder b. en c. genoemde kosten zijn afhankelijk van de prijzen van de bouw markt De rijksbijdrage is afhankelijk van de huisvestingscapaciteit. Deze wordt vastge steld door het ministerie van volkshuisvesting en bouwnijverheid. ad 5: De jaarlijkse exploitatielast in verband met de kosten van de bouwgrond, van het bouwrijp maken en van de groenvoorziening, alsmede de bijdrage in de kosten van grote werken, maakt 12 cf° uit van de totale jaarlijkse exploitatielasten, vóór aftrek van de rijksbijdrage. Voor het antwoord op de vragen met betrekking tot de activiteiten van de plaatselijke woningbouwverenigingen wordt verwezen naar het antwoord onder het hoofd "Woningbedrijf A Algemeen".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 793