In de periode van 1 januari 1958 tot 1 oktober 1958 werden 10 woningen on bewoonbaar verklaard, waarvan thans nog 2 woningen worden bewoond. Voor 2 woningen is een procedure voor onbewoonbaarverklaring aanhangig gemaakt. Het aantal krotwoningen, welke zonder onbewoonbaarverklaring werden ontruimd, bedraagt 59, waarvan 42 werden gesloopt. Het aantal krotwoningen, dat nog moet worden ontruimd, kan momenteel op 435 worden gesteld. Krotwoningen, welke niet meer bewoond worden en welke voor andere doeleinden worden gebruikt, kunnen o.i. niet meer tot de categorie krotwoningen worden gerekend. Uit het bovenstaande blijkt, dat de ontruiming van deze woningen op bevredi- gend.e wijze verloopt. Ook in 1959 zal worden getracht om tot ontruiming van een aantal krotwoningen te geraken, doch de omvang hiervan is vooraf niet vast te leggen. Uit waven Volgao. 200 De raming voor 1959 is afgestemd op de werkelijke kosten over 1957, groot ruim 248.000,-. De verhoging ad 22.000,- is een gevolg van personeelsuitbrei ding en stijging van de salarissen, alsook van een evenredige stijging van de om- slagposten, zoals sociale lasten, personeelskosten e.d.. De bij de afdeling bouw- en woningtoezicht ingekomen klachten betreffende par ticuliere woningbouw worden door de hiervoor aangewezen ambtenaar zo spoedig mogelijk onderzocht. Is de klacht gegrond, dan word-t met de eigenaar van het betrokken pand over leg gepleegd of wordt hem een schrijven gezonden teneinde de nodige herstellingen te doen verrichten. Wordt echter van de bewoners bericht ontvangen, dat hieraan geen gevolg is gegeven en blijkt de eigenaar niet genegen de herstelwerkzaamheden te laten uit voeren dan wordt door ons een aanschrijving gezonden, waardoor de eigenaar wordt verplicht de herstellingen binnen een bepaalde termijn te laten uitvoeren. Wordt hieraan geen gevolg gegeven dan worden de herstelwerkzaamheden, op kosten van de eigenaar, door de gemeente uitgevoerd. Volgnc. 204 De raming op dit volgnummer voor 1959 is gebaseerd op de werkelijke uitgaven in het jaar 1957, welke 11.421,65 hebben bedragen. Deze uitgaven betreffen een twintigtal gevallen, waarin door de gemeente de nodige maatregelen zijn getroffen. De kosten per geval lopen sterk uiteen, afhankelijk van de mate waarin maatregelen noodzakelijk zijn. Een toenemende noodzaak tot herstel van huizen op last van de gemeente kan niet zonder meer worden afgeleid uit de verdubbeling van de raming. Ten overvloede wordt nog opgemerkt, dat de terzake door de gemeente te maken kosten volledig worden verhaald op de belanghebbenden. Volgno. 206 De salarispost van het woningnoodbureau kan als volgt worden gespecificeerd: directeur 14.130,- adjunct-directeur 11 9.888,- 1 hoofdcommies 8.514,- 1 commies 7.079,- 2 adjunct-commiezen 1e klas 12.394,- 1 klerk 5.084,- 1 hoofdschrijver 5.265,- 2 schrijvers 1e klas 9.080,- 2 schrijvers 6.680,- 1 typiste 2.655,- 1 jongste bediende 1377- transporteren 82.146,-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 794