GEMEENTE BREDA Bij volgno. 5 der agenda Toelichting behorende bij de verordening tot regeling van het gebruik van gebouwen en hun aanhorigheden art.1^eneinde de interpretatie van de verordening te vergemakkelijken vangt deze aan met enige definities. Onder plan van uitbreiding is ook een herziening van een plan van uitbreiding en een in voorbereiding zijnd plan van uitbreiding begrepen, teneinde te voorkomen, dat in overeenstemming met een bestaand uit breidingsplan, doch in strijd met een in voorbereiding zijnd plan of een in voorbereiding zijnde of ter visie gelegde herziening van dat plan, het gebruik van een bepaald bouwwerk wordt gewijzigd. Het is gewenst om de regeling be bouwde kom afzonderlijk te noemen, omdat hierbij geen sprake is van "bestemming" van de grond, maar van de "aard" van gebouwen en het "gebruik" van gronden. Van "bestemming", "aard" en "gebruik" kan eerst sprake zijn wanneer het uit breidingsplan respectievelijk de regeling bebouwde kom kracht van gewijsde heb ben gekregen, zodat hieronder ook,wil de verordening het gewenste succes sor teren, moeten worden begrepen, een bestemming,welke nog niet van kracht is en bepalingen betreffende de aard van gebouwen en gebruik van gronden, welke nog niet van kracht zijn. Onder "aanhorigheden" zijn aan te merken tuinen, erven en bijgebouwen behorende bij een gebouw, doch niet landbouwgronden, sportvel den e.d., waarvan de daarop staande gebouwen eerder als aanhorigheden van de grond zijn te beschouwen, art.2. houdt de eigenlijke verbodsbepaling in. Het verbod richt zich niet alleen tot de gebruiker, maar ook tot degene, die het gebod tot gebruik heeft gegeven of die toestemming geeft tot gebruik. Het kan zijn dat een gebouw niet wordt gebruikt op een wijze in strijd met de bestemming. Indien b.v. een garage, die bestemd is voor de stalling van een of twee auto 1s en gebruikt wordt als reparatiewerkplaats ook voor auto's van derden, dan is dit niet in strijd met de bestemming, maar wel met het doel waarvoor de garage dient. Ook hier zal ingegrepen moeten kunnen worden, al zal het wijs beleid zijn de verordening zo soepel mogelijk toe te passen. Het verbod is eerst van toepassing nadat de bestemming van de gebouwen, gelegen in een uitbreidingsplan of de aard van gebouwen of gebruik van gronden is verwezenlijkt. art.5. Dit artikel houdt de mogelijkheid van vrijstelling in. Het zal in bepaalde gevallen nodig of billijk zijn in een gebruik anders dan in overeenstemming met de bestemming toe te stemmen. Een veiligheidsklep is hier van belang.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 821