Bij volgno. 5 der agenda -2- is gekomen en met dien verstande, dat behoudens vrijstelling van burgemeester en wethouders de afwijking van de verordening in geen geval mag worden vergroot. Artikel 5 Overtreding van het bepaa.lde in deze verordening, waaronder begrepen het niet voldoen aan de in artikel 3 bedoelde voorwaarden wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Artikel 6 Wanneer een der bepalingen van deze verordening mocht worden overtreden door een rechtspersoon, wordt, met inachtneming van artikel 51 van het wetboek van straf recht de strafbepaling geacht gericht te zijn tot de leden van het bestuur. Artikel 7 1Met de opsporing en constatering van overtredingen dezer verordening zijn, behalve de bij art.141 van het wetboek van strafverordening aangewezen personen mede belast de directeur van openbare werken en de ambtenaren, bedoeld in artikel 13, lid 1 der woningwet. 2. Zij hebben daartoe tussen zonsopgang en zonsondergang het recht van vrije toegang tot alle gronden en gebouwen, woningen uitgezonderd. Artikel 8 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste d.ag na die, waarop zij zal zijn afgekondigd. Aldus vastgesteld in de openbare ver gadering van de raad der gemeente Breda op voorzitter. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 824