GEMEENTE BREDA
VERBETERD EXEHPLkliR
Volgno. 13 der agenda
Bijlagen 1958
no503
BW/13887
5 november 1958
Voorstel van burgemeester en wethouders inzake
het verzoek van de heer H,Goosen een adres tot
het waterschap "De Brabantse Bandijk" te richten.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In Uxv vergadering van 15 oktober j.l. was aan de orde het schrijven d.d. 10 okto-
bex" 1958 van H.Goosen, alhier, waarin hij Uw raad verzoekt er bij het hoogheemraad
schap "De Brabantse Bandijk" te Steenbergen op aan te dringen de hoogtelijn van 2.50
ïïi n.a. p. in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid, vóórdat de bezwaar
schriften tegen de aanslagen voor het jaar 1957 worden behandeld.
Het verzoek van de heer Goosen heeft U om preadvies in onze handen gesteld.
Thans berichten wij U hieromtrent het navolgende.
Juridisch heeft het bestuur van voormeld waterschap de bevoegdheid een tot hem
gerichte uitnodiging als door de heer Goosen bedoeld, ter zijde te leggen.
Voorts zijn wij van oordeel, dat juridisch gezien omslagplichtigen zich tegen
een aanslag, welke naar hun oordeel foutief is opgelegd, omdat de hoogtelijn niet vol
doet aan de in het reglement gestelde eisen, alleen kunnen verzetten door een beroep te
doen op de rechter.
Hoewel deze overwegingen zouden kunnen leiden tot het advies om geen verzoek in
bovenbedoelde zin tot het bestuur van voormeld hoogheemraadschap te richten,
stellen wij toch voor het verzoek van de heer Goosen in te willigen en wel omdat
de opvatting van de lieer Goosen, dat de hoogtelijn van 2.50 m N.A.P. met de werke
lijkheid in overeenstemming moet worden gebracht, vóórdat de bezwaarschriften worden
behandeld, uit een oogpunt van billijkheid, volkomen juist lijkt.
Burgemeester en wethouders van Breda,
CKortmann
burgemeester.
Van ïoensel
secretaris.