GEMEENTE BREDA ïolgno' 13 der dger'da Bijlagen 1958 no i 508 5 november 1958 03/17680 Voorstel van burgemeester en wethouders inzak' de instandhouding van de openbare school voor gewoon lager onderwijs aan de Viandenlaan 1 AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Ingevolge het bepaalde in artikel 22 bis, 1e lid, van de lager onderwijswet 1920, moet de raad van een gemeente met 100.000 of meer ingezetenen besluiten tot opheffing van een openbare school voor gewoon lager onderwijs, indien het gemiddeld aantal leer lingen, berekend naar de maatstaf van artikel 28, minder dan 125 bedraagt. Ingevolge het 2e lid van genoemd wetsartikel is deze bepaling voor een termijn van drie jaren niet van toepassing, indien de instandhouding van de school wordt gevorderd op grond van artikel 19, 1e lid, van genoemde wes. Uw college dient vóór 1 februari a.s. te beslissen of dit geval zich voordoet. Volgens artikel 19, 1e lid, moet in elke gemeente voldoende lager onderwijs worden gegeven in een genoegzaam aantal scholen, welke voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid toegankelijk zijn. wegens de te geringe bezetting van de openbare lagere school Viandenlaan 1 over het jaar 1 955 werd door Uw college aan de hand van vorenstaande artikelen bij besluit van 16 november 1955 (bijlagen 1955 no. 618) verklaard ,dat de instandhouding van deze school ingevolge artikel 19 van genoemde wet werd gevorderd. Dit besluit werd door gedeputeerde staten op 28 december 1955 goedgekeurd onder G. no. 32126 Sb, waarmede het voortbestaan van de school over de jaren 1956 t/m 1958 was verzekerd. Daar de bezetting van de school over 1958 wederom niet heeft voldaan aan de ver eiste norm - het aantal leerlingen bedroeg op de teldata 16 januari, 16 mei en 16 sep tember 1958 respectievelijk 77, 76 en 75 - zal door U vóór 1 februari 1959 een beslissing moeten orden genomen omtrent het al of niet laten voortbestaan van de school. Aangezien de school aan de Viandenl an de enige openbare school voor gewoon lager onderwijs in het zuidelijke stadsdeel is, bestaan er naar onze mening voldoende redenen voor de opvatting, dat bij een eventuele opheffing van deze school geen voldoende open baar lager onderwijs in een genoegzaam aantal scholen in deze gemeente wordt gegeven. Ook thans kan als voornaamste reden worden aangevoerd, dat vele ouders bij de op heffing der school zullen worden weerhouden hun kinderen door het drukke stadsverkeer een der twee andere openbare lagere scholen te doen bezoeken. Daarbij komt, dat van de 75 leerlingen slechts 9 leerlingen op meer dan 4 km afstand van de dichtstbijzijnde der overige openbare lagere scholen wonen,zodat voor de meeste kinderen geen beroep op ar tikel 13 der wet kan worden gedaan voor het verkrijgen van een tegemoetkoming in de vervoerskosten. I\laar verwachting zal bij realisering van het uitbreidingsplan Girmeken het leerlingenaantal van de school mogelijk nog toenemen. Ben besluit van Uw college, inhoudende dat de instandhouding der school Vianden laan ingevolge artikel 19 der wet wordt gevorderd, is aan de goedkeuring van gedeputeerde staten onderworpen. Van het besluit van gedeputeerde staten, dat inhoudt, dat naar hun

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 842