GEMEENTE BREDA
Volgno. 36 cLer agenda
Bijlagen 1958
no. 542
P/15745
5 november 1958
Voorstel van burgemeester en wethouders tot in
trek in van het raadsbesluit van 15 oktober
1958 tot wijziging van de kindertoelageveror
dening 1955
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bij koninklijk besluit van 8 mei 1958 nr.9 werd de gemeentelijke kin
dertoelage-verordening 1955 gewijzigd in die zin, dat de procentuele toelage
van 3/- voor de eerste drie kinderen, van 47» voor het vierde,vijfde en zesde
kind en van 5C/Q vanaf het zevende kind, werd gesteld op een uniform percentage
van 3.
Op ons voorstel van 8 oktober 1958 p/13951 stelde Uw raad deze toelage
met ingang van 1 juli 1958 vast op 3/^ voor de eerste drie kinderen en 4c/° vanaf
het vierde kind.
Bij brief van 28 oktober 1958, C-.nr.3249/3527 stelden gedeputeerde sta
ten van Noord-Brabant ons in kennis van een nieuw koninklijk besluit van 9 ok
tober 1958 nr. 6, waarbij:
a) het koninklijk besluit van 8 mei 1958 wordt ingetrokken en wordt geacht nimmer
van kracht te zijn geweest
b) met ingang van 1 november 1958 de kindertoelage wordt vastgesteld op 3 en 4/J.
In voormelde brief van gedeputeerde staten is de motivering van dit nieuwe
besluit van de Kroon, genomen op grond van artikel 126 van de ambtenarenwet 1929»
vermeld.
Thans is komen vast te staan, dat tengevolge van dit besluit op 15 oktober
1958 nog van kracht was de door Uw raad vastgestelde kindertoelage-verordening
1955, zoals deze bij besluit van 17 april 1957 was gewijzigd, zodat de zin van
Uw besluit van 15 oktober niet aanwezig blijkt te zijn geweest. Bovendien moet
laatstgenoemd besluit thans ook onjuist worden genoemd, in zo verre daarbij de
kindertoelage van 3>4 en 5k met terugwerkende kracht tot 1 juli 1958 werd ge
bracht op 3 en 4/°t omdat een verslechtering in een rechtspositiebepaling met
terugwerkende kracht - mede naar de constante jurisprudentie van de centrale
raad van beroep - niet rechtmatig is te noemen.
Overeenkomstig het advies van gedeputeerde staten van Noord-Brabant mogen
wij dan ook Uw raad in overweging geven Uw besluit van 15 oktober 1958 in te
trekken.
Burgemeester en wethouders van Breda,
C. Kortmann
burgemeester
ligt ter visie in de
Van Uoensel
secretaris