Bij volgno. 37 der agenda -2- Artikel 4. De kindertoelage bedraagt voor elk kind met inachtneming van een minimum en een maximum een percentage van de wedde en een toeslag, welke zijn aangegeven in de bij deze verordening behorende tabel. Artikel 5. 1. De ambtenaar, die een betrekking in dienst der gemeente vervult, welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders als een nevenbetrekking is te beschouwen, heeft geen aanspraak op het in het vorig artikel bedoelde minimum, noch op de toeslag. 2. Het in het vorig lid bepaalde lijdt uitzondering, indien die ambtenaar meer dan een nevenbetrekking in dienst der gemeente vervult en hij in die betrekkingen tezamen voortdurend een volledige dagtaak vindt. artikel 6. Indien de ambtenaar meer dan één betrekking in dienst der gemeente vervult, waarin deze verordening van toepassing is, wordt de kindertoelage berekend over de in to taal hem toekomende wedde en wordt de kindertoelage toegekend in de betrekicing, waaraan de hoogste maximum-wedde is verbonden. Artikel 7. De kindertoelage van de gehuwde vrouwelijke ambtenaar, wier echtgenoot ten aanzien van hetzelfde kind recht heeft op kindertoelage op grond van deze verordening, wordt slechts toegekend tot het verschil tussen hetgeen deze in totaal aan kinder toelage zou ontvangen, indien hij de betrekking van de vrouwelijke ambtenaar naast de zijne vervulde en hetgeen hem uit hoofde van zijn eigen betrekking aan kindertoelage toekomt Artikel 8. 1. Indien voor een kind, behalve op grond van deze verordening, anders dan ingevol ge de kinderbijslagwet of anders dan ingevolge een kindertoelage-regeling verband houdende mot pensioen, recht bestaat op kindertoelage, welke lager is dan de kin dertoelage ingevolge deze verordening, wordt laatstbedoelde toelage verminderd met het bedrag waarop overigens aanspraak bestaat, met dien verstande, dat de som der kindertoelagen ten gevolge van deze vermindering niet mag dalen beneden de toelage welke zou worden toegekend, indien alle rechten aan deze verordening waren ontleend. 2. Indien voor een kind, behalve op kindertoelage op grond van deze verordening, recht bestaat op kinderbijslag ingevolge de kinderbijslagwet voor invaliditeits-, ouder- doms- en wezenrentetrekkers, wordt de kindertoelage waarop deze verordening recht geeft, slechts toegekend tot het verschil tussen het bedrag, dat ingevolge deze verordening kan worden toegekend en hetgeen op grond van genoemde wet wordt ont vangen. Artikel 9. 1Bij de toepassing van deze verordening wordt er mede rekening gehouden, dat de ambtenaar voor de tot zijn last komende kinderen van de leeftijd in de kinderbij slagwet genoemd, in totaal niet minder ontvangt dan indien die wet ten aanzien van die kinderen voor de ambtenaar had gegolden. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd beslissingen te nemen omtrent de ver lening van kindertoelage ten aanzien van gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar redelijkheid voorziet. Bij deze beslissingen kan de uitbetaling van kindertoelage aan anderen dan de ambtenaar worden geregeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 885