Artikel 10.
Bij volgno. 37 der agenda
-3-
De krachtens deze verordening toegekende toelage wordt geacht deel uit te maken
van de bezoldiging, als bedoeld in de de ambtenaar betreffende bezoldigingsregeling.
Artikel 11
Op de voet van de bepalingen van deze verordening stellen burgemeester en wethouders
regelen vast betreffende de toekenning van een uitkering aan de ambtenaar voor het
onderhoud van zijn natuurlijke kinderen.
Artikel 12.
1Deze verordening kan worden aangehaald als kindertoelageverordening 1959 en treedt
in werking:
a, voor de ambtenaar, bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub a: op 1 januari 1959?
b. voor de ambtenaar, bedoeld in artikel 3» eerste lid, sub b: op 29 december 1958.
2. Met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de kindertoelage
verordening 1955
Artikel 13.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te rekenen van 1 juli 1955 tot uiterlijk 1
januari 1960 op de voet van het bepaalde in deze verordening een tijdelijke kinder
toelage toe te kennen aan de ambtenaar, die op 1 januari 1954 in dienst van de ge
meente was, ten behoeve van de valide, niet studerende kinderen van 16 en 17? in
dien naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende aannemelijk is, dat
de ambtenaar die kinderen tot zijn last heeft.
Aldus vastgesteld in de vergadering van
de raad der gemeente Breda
voorzitter.
secretaris.