volgno. 12 der agenda
-2-
Het hernieuwde overleg niet de kruisverenigingen over subsidiëring in de
topkosten heeft aangetoond dat het moeilijk - zo niet onmogelijk - is op deze
wijze een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden, omdat o.a,
- telkens opnieuw door de gemeentelijke overheid beoordeeld dient te worden of een
bepaalde uitgave onder topkosten valt;
- de situatie bij de beide plaatselijke verenigingen niet gelijk is;
- bepaalde kosten, die als topkosten aangemerkt zouden dienen te worden, al door
rijk of provincie geheel of gedeeltelijk worden gesubsidieerd.
Nadat ons gebleken was dat de topkostennorm praktisch niet hanteerbaar zou
zijn, hebben wij gezocht naar een andere aanvaardbare norm, die wij menen gevonden
te hebben door aansluiting te zoeken bij de zogenaamde model-gemeentelijke subsi
dieregeling, ontworpen door de provinciale raad voor gezondheidszorg in ïToord-
Brabant. Deze regeling dateert van 1954;zij werd destijds in Breda niet gevolgd
omdat de toen bestaande regeling' voldeed. Ons college is van oordeel dat deze
regeling, aangepast aan de behoeften van de stad, enerzijds in voldoende mate
waarborgt dat de verenigingen haar werk kunnen verrichten en anderzijds dat de daar
in neergelegde normen ook voor de gemeentelijke overheid aanvaardbaar zijn. in ons
voorstel van juni 1957 hebben wij het belang van het werk van de 1 kruisverenigingen
voor de stedelijke samenleving naar voren gebracht als grond voor belangrijke ge
meentesubsidies
De regeling, die wij U thans ter vaststelling voorleggen, is gebaseerd op
een percentage-subsidiewaardoor zij een zekere elasticiteit verkrijgt. Subsidies
worden toegekend in de kosten van die werkzaamheden, die algemeen als taken van
de plaatselijke kruisverenigingen bekend zijn, nl. wijkverpleging, kraamzorg,
kinderhygiëne en tuberculosebestrijding. De regeling houdt rekening net de subsi
dies, die van rijk en provincie kunnen worden verkregen. De percentages van het
subsidie zijn thans gesteld op een derde van de in de regeling met name genoemde
uitgaven. Het is uiteraard mogelijk dat deze percentages in de toekomst gewijzigd
moeten vord„en, omdat b.v. de subsidies van rijk en/of provincie aanmerkelijk worden
gewijzigd, artikel 2f van de regeling houdt de mogelijkheid in zich dat in de toe
komst ook subsidies worden toegekend in andere voorzieningen op het terrein van
de volksgezondheid. Deze taken dienen dan echter door Uw raad als zodanig erkend
te zijn.
Op basis van de thans voorgestelde regeling zullen de verenigingen aan de
hand van de ingediende begrotingen 1358 en 1955 ongeveer 105.000,- aan subsidie
ontvangen. Dit betekent ten opzichte van 1956 en 1957 geen verhoging van het sub
sidie ondanks de uitbreiding van de werkzaamheden, omdat eveneens de rijks- en