GEMEENTE BREDA Volgno. 13 der agenda
Bijlagen 1958
no.559
12 december 1958
03/19594
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
vaststellen van een subsidieregeling ten behoeve
van organen van samenwerking voor het maatschappe
lijk werk en ten behoeve va.n organen van het uit
voerend alge eer: maatschappelijk werk.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Door Uw raad werd reed_s diverse jaren een subsidie toegekend aan een tweetal
instellingen, die werkzaam zijn op het terrein van het algemeen maatschappelijk werk,
nl, het interparochieel sociaal charitatief centrum Breda en de interkerkelijke stich
ting voor protestantse gezinsverzorging, afdeling maatschappelijk werk. Het subsidie
aan deze instellingen bedroeg 75/ in de exploitatiekosten.
De minister van maatschappelijk werk stelt eveneens subsidies beschikbaar voor
bovengenoemd, werk. De subsidieregeling is neergelegd in de "richtlijnen voor subsidi
ering van organen van samenwerking voor het maatschappelijk werk op levensbeschouwe
lijke of algemene grondslag" en de "richtlijnen voor subsidiëring van het uitvoerend
algemeen maatschappelijk werk", welke wij voor U ter visie hebben gelegd. Op grond
van deze richtlijnen spraken wij bij de begroting 1957 de verwachting uit dat in 1957
door bovengenoemde instelling-en eveneens rijkssubsidie zou kunnen worden verkregen.
Uit het overleg dat wij terzake met het ministerie van maatschappelijk werk hebben
gepleegd, bleek enerzijds dat de instellingen nog niet geheel aan de in de richtlijnen
gestelde eisen voldeden en anderzijds dat de bestaande gemeentelijke subsidieregeling
rijkssubsidie in de weg stond. De instellingen blijken voor 1958 wel aan de gestelde
eisen te voldoen. Het komt ons nu wenselijk voor de gemeentelijke regeling te doen aan
sluiten bij de rijksregeling.
De voornaamste consequentie van de aanpassing van de gemeentelijke regeling aan
de rijksregeling is dat het totaal aan overheidssubsidies maximaal 704- kan bedragen.
Een tweede consequentie is dat geen subsidie meer wordt toegekend in de totale ex
ploitatiekosten, doch in bepaalde - in de richtlijnen met name genoemde - kosten. In
grote lijnen betekent dit een subsidie in de salariskosten van de gediplomeerde be
roepskrachten, terwijl daarnaast een bedrag voor apparaatskosten per gesalarieerde
kracht voor subsidie in aanmerking kan worden gebracht. Bij toepassing van deze rege-