Bij volgno. 28 der agenda
-6-
Terwijl in de begroting was geraamd:
voor de bedrijven rente 2.667.720,-
afschrijving 1.558.567,- 4.206.287,-
voor de algemene dienst
rente ƒ1.349.477,-
afschrijving 1.675.002,- 3.024.479,-
Tevens was in de begroting een stelpost opgenomen
van de rente en afschrijving van in de loop van
1957 te verlenen kapitaalskredieten 985000- 8.215.766,-
Hogere kapitaalslasten dan oorspronkelijk was geraamd 323.771,46
Als oorzaken van deze hogere lasten kunnen worden genoemd de verhoging van
de rente-omslag van 3s~ tot 3fe/° en het hoger bedrag aan investeringen waarover
de kapitaalslasten moeten worden berekend (opneming van de lasten van goedgekeur
de, doch nog niet uitgevoerde kapitaalskredieten).
Kiet verplichte subsidies, contributies, lidmaatschapskosten en bijdragen aan
verenigingen enz.
Hierna volgt een vergelijking tussen de werkelijke uitgaven en de geraamde
bedragen voor de niet verplichte subsidies e.d. aan verenigingen. De subsidies
enz. zijn gegroepeerd naar het in de begroting 1958 voor het eerst ingevoerde
systeem.
Begroting- 1957 Rekening 1957
algemeen beheer
8.279,-
8,201,-
openbare veiligheid
tl
3.750,-
tt
4.235,46
volksgezondheid
ft
112.846,-
tt
174.194,20
volkshuisvesting
tt
180,-
tt
230,-
openbare werken
tt
22,60
tt
24,10
middelbaar onderwijs
It
7.752,-
tt
17.142,-
hoger onderwijs
tt
13.102,-
tt
20.787,-
nijverheidsonderwijs
tt
3.935,-
tt
3.815,-
Onderwijs, kunsten en wetenschappen:
onderwijs algemeen
tt
20.996,-
tt
20.294,86
literatuur
tt
39.244,-
tt
42.789,22
volksfeesten
tl
8.850,-
tt
8.457,24
muziek
tt
137.650,-
tt
135.806,02
toneel
II
27.240,-
tt
24.375,04
beeldende kunsten
tt
1.700,-
tt
1.700,-
algemene sociale culturele belangen
tt
31.530,-
tl
33.911,09
algemene ontwikkeling
tt
31.500,-
II
34.404,-
jeugd
tt
106.302,-
It
47.202,-
zorg voor monumenten
t!
23.400,-
tt
26.960,-
maatschappelijke steun en voorzorg
tt
141.622,-
tt
148.186,34
economische aangelegenheden
tt
58.740,-
II
39.680,55
diversen
tt
500.-
ft
605.36
779.140,60 793.000,48
Uit het vorenstaande overzicht blijkt dat de uitzetting van het subsidie
budget slechts rond14.000,- bedraagt, hetgeen nog geen 2uitmaakt van het
oorspronkelijk geraamde bedrag. Op onderdelen vertoont het subsidiebudget af
wijkingen t.o.v. de oorspronkelijke ramingen.
In dit verband wijzen wij op de aanmerkelijk, hogere uitgaven op het onder
deel volksgezondheid door de verhoging van het subsidie aan de plaatselijke kruis
verenigingen in aansluiting op de reeds voor 1956 toegekende subsidieverhoging.
De uitgaven op het onderdeel jeugd zijn daarentegen aanmerkelijk lager dan
de oorspronkelijke raming. Mede op aandrang van gedeputeerde staten - met het oog