Ter vaststelling Corresponderende geldende tekst Artikel II Ingelast wordt een artikel 2a, luidende als volgt: "1De zittingsduur van het in september 1960 aftredende lid, zijnde geen raadslid, wordt verlengd tot de eerste dinsdag van september 1961. 2. De zittingsduur van het lid, dat als raadslid in de com missie zitting heeft en vóór de eerste dinsdag van september 1962 aan de beurt van aftreden is, word.t tot dat tijdstip verlengd. Toelichting: Van de twee leden, die geen raadslid zijn, is de heer Ir.W.J.II.Thunnissen in september 1959 en de heer J.P.M. Seebregts in september 1960 aan de beurt van aftreden. Tussen het tijdstip van aftreden van ge noemde leden zal echter een tijdruimte van twee in plaats van één jaar moeten liggen, om hen na hun zittingsperiode van vier jaar beurtelings periodiek te kunnen laten aftreden. De zittingsduur van de heer Seebregts zal dus met een jaar verlengd moeten worden. Van de twee leden, die als raadslid in de commissie zitting hebben, zal de heer D.J.A. Kramers in sep tember 1962 en de heer A. Kroon in september 1961 aftreden. De zittingsduur van de heer Kroon zal in het raam van ons voorstel dus verlengd moeten worden tot de eerste dinsdag van september 1962, het tijdstip waarop Uw raad aftreedt. Toelichting: Artikel 3, 4e lid, zoals het thans luidt, komt ons overbodig voor, daar het vanzelf spreekt, dat een tussen tijds ontstane vacature zo spoedig mogelijk wordt aangevuld. De door ons voorgestelde oepaling ter vervanging van dit lid ontbreekt tot dusver in de verordening. Artikel III Artikel 3, 4e lid wordt gelezen als volgt: "Hij, die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats tot lid der commissie benoemd is, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is verkozen, moest aftreden." .artikel 3, 4e lid luidt thans: "De door tussentijds ontslag nemen, aftreden als raads lid of overlijden opengevallen plaats wordt binnen twee maanden aangevuld." Artikel IV Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na haar vaststelling. Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Breda in zijn openbare vergadering van voorzitter. secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 970