GEMEENTE BREDA Volgno. 42 der agenda Bijlagen 1958 no. 595 9 december 1958 P/17923 Voorstel van burgemeester en wethouders tot be schikbaarstelling van een krediet ten behoeve van een premie-spaarregeling voor het gemeente- personeel. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Reeds enkele malen werd uit Uw raad. gevraagd naar de mogelijkheid van de invoe ring van een premie-spaarregeling voor het gemeentepersoneel. Nu over deze aangelegen heid op landelijk niveau een beslissing ten principale is gevallen, welke U moge blijken uit de bijgevoegde circulaire van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 17 juli 1958, G 110. 115309 is deze mogelijkheid, aanwezig. In de laatste jaren is op velerlei plaatsen het belang van maatregelen tot be zitsvorming naar voren gebracht. Er bestaat - geloven wij - weinig meningsverschil over de wenselijkheid, dat met name hij die een vast inkomen uit arbeid heeft, enig bezit moet trachten te vormen, waardoor een zekere zelfstandigheid, ook voor het ge val van tegenslag in het steeds wisselvallige leven, wordt verkregen. Deze zelfstan digheid heeft niet primair een materiële betekenis, maar veel meer een ideële, wijl enig duurzaam bezit belangrijk kan bijdragen tot de persoonlijkheidsvorming van de werknemer en daardoor zijn menselijke waardigheid kan verhogen. Het vormen ook van een bescheiden bezit kan slechts geschieden door besparingen. In het particuliere bedrijf kunnen winstuitkeringen wellicht hiertoe dienstbaar wor den gemaakt; voor het overheidspersoneel zullen de besparingen slechts verkregen kun nen worden uit het vaste inkomen. Niet alleen door de nog altijd aanwezige spanning tussen lonen en prijzen, maar ook door veranderingen in de bestedingswijze van het loon is de individuele spaarzin en spaarcapaciteit kleiner dan voorheen. De premie spaarregelingen, welke thans voor het overheidspersoneel worden ingesteld of voorbe reid, beogen de spaarzin te vergroten. Overtuigd van het belang, dat daarmede wordt gediend geven wij Uw raad in over weging ook voor het personeel van deze gemeente een premie-spaarregeling te bevor deren. Het sparen houdt een beperking in van de uitgaven in het heden terwille van be hoeften, risico's en zekerheden in de toekomst. De rente, welke uit de besparing wordt verloregen, kan het offer van het niet-uitgeven vergemakkelijken. Het is echter duidelijk, dat de gewone rente eerst bij besparingen van grotere omvang in dit op zicht betekenis verkrijgt. De premie-spaarregeling beoogt het sparen te stimuleren door toekenning van een premie, welke aanzienlijk hoger is dan de normale rente. Naar de richtlijnen, welke zijn afgestemd op de voor het rijkspersoneel ontwor pen regeling zal d.eze premie worden toegekend voor de spaargelden, welke worden aange wend voor een bestedingsobject, welke naar zijn aard tot bezitsvorming leidt en voor de spaargelden, welke gedurende vijf jaren bespaard, zijn gebleven. Deze richtlijnen maken voorts een onderscheid in de hoogte der premie, al naar gelang de wedde van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1958 | | pagina 991