-2- Bij de inventarisatie van de te regelen onderwerpen hebben wij ons strikt be perkt tot die onderwerpen, waarvan ons een ordening door middel van. de a.p.v. uit een oogpunt van openbare orde, zedelijkheid of veiligheid of een ander algemeen be lang, binnenhet kader van de regelgevende competentie van de raad, geboden voor kwam. Wij hebben afgezien van ontwerpstrafbepalingen, die weliswaar zin zouden kun nen hebben ten opzichte van enkele individuen,doch met betrekking tot de collectivi teit overbodig schenen en in hun algemeenheid de redelijke vrijheid der burgers der mate zouden beknotten, dat de nadelen, verbonden aan een dergelijke bepaling, de voor delen aanzienlijk zouden overtreffen (b.v. de artt. 87 en 88). Ook regelingen, waar van de naleving vrijwel niet verzekerd kan worden (b.v. de artt. 55 en 76), hebben wij vermeden in het ontwerp op te nemen, ornaat een illusoire rechtsorde in feite het over heidsgezag ondermijnt. Met deze algemene toelichting menen wij te mogen volstaan. Wel willen wij er IJ hier nog op wijzen, dat de geldende a.p.v. in totaal 204 artikelen bevat (de met cijfer letter genummerde artikelen daaronder begrepen)terwijl het ontwerp slechts 101 artikelen telt. Wij stellen IJ voor overeenkomstig het U voorgelegde ontwerp een nieuwe a.p.v. vast te stellen. Het advies van de commissie voor de strafverordeningen hebben wij overgenomen en in het ontwerp verwerkt. Wij realiseren ons dat aard en omvang van de U voorgelegde materie licht kan lei den tot een tijdrovende behandeling in de raadsvergadering. Teneinde de duur van die te handeling tot een minimum te beperken, menen wij er goed aan te doens 1U het ontwerp reeds the.ns ter bestudering toe te zenden, doch de behandeling ervan te doen plaatsvinden in de raadsvergadering van 11 maart a.s.. 2. U te verzoeken eventuele wijzigingsvoorstellen in afwijking van de ter zake ge bruikelijke procedure, uiterlijk 2 maart a.s. schriftelijk bij ons in te dienen (enerzijds om de commissie voor de strafverordeningen de gelegenheid te bieden zich omtrent de wijzigingsvoorstellen uit te spreken, anderzijds om ons tijdig op de betekenis der wijzigingsvoorstellen in het kader van het gehele ontwerp te kunnen bezinnen); 3. IJ te verzoeken de beraadslagingen in de raad te beperken tot die onderwerpen, waarop de -wijzigingsvoorstellen betrekking hebben. Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 106