GEMEENTE BREDA Volgno. 7 der agenda
Bijlagen 1959
no. 84
4 maart 1959
Bvf/4049
Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi
ging van de verordeningen ex artikel 11, 1e en 2e
lid der winkelsluitingswet 1951»
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In het verleden en meer speciaal in het jaar 1958 is het gedurende de kermissen
voorgekomen, dat eigenaren of huurders van winkels, waarin voor de kermis niet gang
bare artikelen plegen te worden verkocht, hun winkels beschikbaar stelden aan kermis
exploitanten, die weliswaar voor het pachten van een standplaats op de kermis hadden
ingeschreven, doch aan wie geen plaats gegund kon worden, omdat er hogere inschrij
vers waren. Door het huren van een vlak tij het kermisterrein gelegen winkelruimte
werden niet alleen do verpachtingsvoorwaarden voor standplaatsen op de kermis ont
doken, doch werd bovendien ernstige concurrentie aangedaan aan de pachters van
standplaatsen, die een gelijksoortig artikel verkochten.
Op generlei wijze kon tegen dergelijke personen worden opgetreden, omdat de
verordeningen ex artikel 11, 1e en 2e lid der winkelsluitingswet 1951 zodanig geredi
geerd zijn, dat de daarin bedoelde ontheffingen van het sluitingsgebod gelden voor
alle winkels, ongeacht de artikelen, welke daarin werden verkocht.
In de hierbijgaande concept-wijzigingsverordeningen hebben wij van de onthef
fingen uitgezonderd gelegenheidswinkels in de geest van het bovenstaande.
Het advies van de Kamer van Koophandel en Fabrieken hebben wij voor U ter inzage
gelegd, terwijl wij het advies van de commissie voor juridische aangelegenheden te
Uwer kennis zullen brengen, indien dit van ons voorstel mocht afwijken.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Van Woensel
C.Kortmann
burgemeester.
secretaris