GEMEENTE BREDA Volgno, 9 der agenda
Bijlagen 1959
no. 86
4 maart 1959
03/3226
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
richten van een verzoek tot de minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen om Verhoging van
het exploitatie-bedrag per kleuter voor de open
bare kleuterscholen, Boschstraat 49 bis en
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Viandenlaan 1, alhier.
Ingevolge artikel 45 van de kleuteronderwijswet worden door de minister van
onderwijs, kunsten en wetenscha pen jaarlijks de exploitatie—vergoedingsbedragen
per kleuterlokaal en per kleuter vastgesteld.
Uit het bedrag per lokaal dienen te worden bestreden de kosten van:
a. onderhoud van schoolgebouwen;
b. verlichting, verwarming en schoonhouden van de schoolgebouwen.
Uit het bedrav psr kleuter dienen te worden bestreden de kosten van:
a. onderhoud van de schoolmeubelen, het ontwikkelingsmateriaal, de hulpmiddelen en
schoolbehoef ten;
Ti. aanschaffing van ontwikkelingsmateriaal, hulpmiddelen en schoolbehoeften, voor
zover het betreft kosten van vervanging wegens slijtage of aanvulling wegens verbruik
c. andere uitgaven ter verzekering van de goede gang van het onderwijs en administra
tiekosten.
Deze regeling wijkt in zoverre af van de regeling voor het lager onderwijs,
dat door voornoemde minister jaarlijks landelijk exploitatie-bedragen worden vast
gesteld, terwijl voer het lager enderwijs jaarlijks door de raad het bedrag per
leerling wordt vastgesteld; bij de vaststelling van de exploitatie—vergoeding voor
het lager onderwijs kan mitsdien met de plaatselijke omstandigheden rekening worden
gehouden. Voor de vergoeding per kleuterlokaal stelt de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen drie bedragen vast voor 1e, 2e, 3e en 4e klasse gemeenten,
voor de vergoeding per kleuter wordt landelijk êón bedrag vastgesteld.
Hierbij zij opgemerkt, dat de exploitatie-bedragen voor 1959 nog niet zijn
vastgesteld.
Artikel 46 van de kleutcronderwijswet schept voor de gemeenteraad de mogelijk
heid, voor die openbare kleuterscholen, welke in bijzondere omstandigheden verkeren,
tengevolge waarvan de bedragen per lokaal en/of per kleuter voor de redelijke be
hoeften van deze scholen niet toereikend zijn te achten, de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen v*or 1 april van elk jaar te verzoeken, dat voor een of
meer openbare kleuterscholen een of elk der vorenbedoelde vergoedingen op een hoger
bedrag worden vastgesteld.
Uit bijgaande exploitatie-overzichten over 1956 en 1957 moge U blijken, dat de
vergoedingsbedragen per lokaal en per kleuter over deze jaren ruim zijn overschre
den. Aangezien het dienstjaar 1958 nog niet is afgesloten, kan over dat jaar nog geen
exploitatie—overzicht worden gegeven; aangenomen mag echter worden, dat ook 1958
een overschrijdingsbedrag te zien zal geven.