GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Volgno. 13 der agenda Bijlagen 1959 no. 90 4 maart 1959 OS/3270 ITota van burgemeester en wethouders over de veld- en zaalsportaccomodatie - 1959 In antwoord op enige vragen in het centraal rapport op de begroting 1959 hebben wij toegezegd U bij afzonderlijke nota nadere gegevens over de veld- en zaalsportsituatie in deze gemeente te zullen geven. Vooraf mogen wij IJ eraan herinneren, dat de gemeentelijke bemoeienissen met de sport slechts enkele facetten van het geheel betreffen. Zo liggen niet name d„e organisatiestructuur en d.e kwalitatieve normen niet in het vlak van de gemeentelijke bestuurszorg. Zij worden door de direct belanghebbenden door mid del van hun verenigingen en bonden geregeld. Voor de gemeenten is de benoefte en de noodzaak om de sport tot een van de belangrijke sectoren van haar be stuurstaak te rekenen gelegen in de overtuiging, d.at net zonder oelan^iijke medewerking harerzij Cl o niet mogelijk is een gezonde - actieve of passieve - sportbeoefening voor een aanmerkelijk deel van de bevolking' tot nut te doen zijn. Met name zijn de mogelijkheden voor recreatie en jeugdvorming alsmede de betekenis voor de volksgezondheid zeer groot. De zorg voor een voldoend aantal-goede velden en zalen met hetgeen daarbij behoort, een regelmatige mediscne keuring voor de actieve sportbeoefenaren en het mede bevorderen van goede leiding - vooral voor de vele jeugdigen - behoren tegenwoordig ongetwijfeld tot de taak van een gemeentebestuur. Het gemeentebestuur kan daarbii in Breda op gelukkige wijze samenwerken met de sportraad en de sportstichting. De sportraad is een bundeling van de clubs in Breda op het vlak van heb z.g, particulier initiatief. Hij kent een bestuur samengesteld uix representan ten uit iedere talc van ter plaatse beoefende sport, hetwelk uit zijn minden een dagelijks bestuur kiest. De taak van de sportraad kan worden gezien als het in onderlinge samenwerking bevorderen van de sport zelve en van een gezond vereni gingsleven in deze sector door bundeling van krachten en mogelijkheden, overleg onderling en rnet andere instanties, het entameren van evenementen etc. De gemeentelijke sportstichting werd ingevolge Üw besluit van 15 mei 1951 in het leven geroepen om vele delegabele beheersaangelegehheden aan een daar voor geschikt instituut te hunner overdragen. Op voortreffelijke wijze heeft de sportstichting; haar taken vervuld. De ervaring geeft geen aanleiding in de opzet der stichting enige wijziging te brengen. Hel zal het voor de behandeling van verscheidene vraagstukken nuttig zijn dat een nauwere relatie met bepaalde onderdelen van het gemeentelijk apparaat tot stand wordt gebracht. - Door het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 137