GEMEENTE BREDA Volgno. 18 der agenda
Bijlagen 1959
no110
4 maart 1959
F/3278
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
doen van een aanvraag tot verhoging van het basis'
bedrag der algemene uitkering uit het gemeente
fonds voor het jaar 1959.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Konden wij tijdens de behandeling van de gemeentebegroting voor het dienstjaar
1959 geen mededelingen doen omtrent de ontwikkeling van de financiële verhouding
tussen rijk en gemeenten? thans zijn voor het jaar 1959 terzake nadere voorschriften
bekend geworden.
De verwachte nieuwe definitieve regeling voor de financiële verhouding met ingang
van het dienstjaar 1959 is niet tot stand gekomen, in verband waarmede de noodregeling
voor de jaren 1955-1958 voor het jaar 1959 is verlengd.
Blijkens de bij de behandeling van het wetsontwerp tot verlenging van de nood-
regeling in de Tweede Kamer van de Skaten-Generaal gewisselde stukken ligt het in het
voornemen aan de nieuwe regeling v*or de financiële verhouding zo mogelijk terug
werkende kracht te verlenen tot 1 januari 1959, waarbij dan de krachtens de noodrege
ling uitgekeerde bedragen als voorschotten zullen worden aangemerkt. Nog bij de behan
deling van de begroting van het ministerie van binnenlandse zaken, bezitsvorming en
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie in de Eerste Kamer heeft de minister medegedeeld,
dat een ontwerp van wet voor de nieuwe regeling gereed ligt.
Nu de financiële verhoudingswet cp hex jaar 1959 van toepassing is verklaard is
tevens de mogelijkheid voor de gemeenten opengesteld voor het jaar 1959 een subjectieve
verhoging van het basisbedrag der algemene uitkering uit het gemeentefonds aan te
vragen. De datum waarvoor een eventueel verzoek moet worden ingediend zal worden be
paald op 1 mei 1959.
Bij de begroting voor het dienstjaar 1959 hebben wij reeds rekening gehouden met
de mogelijkheid voor het geraamde tekort aar. dekkingsmiddelen een beroep te doen op de
voor subjectieve correctie in het gerneentefcnds aanwezige middelen. Thans moet het
formeel besluit tot het doen van een aanvraag door U worden genomen.
De begroting voor 1959 (inclusief de 1e wijziging hierop) is vastgesteld met een
nadelig saldo van 2.992.479,-. In de begroting voor 1959 is voor de algemene- en de
belastinguitkering uit het gemeentefonds uixgegaan van uitkeringspercentages van
respectievelijk 150 en 145. Bij circulaire van de minister van binnenlandse zaken, be
zitsvorming en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie van 11 februari 1959, no.IJ
58452, zijn deze percentages verhoogd tot respectievelijk 154 en 144 hetgeen een
hogere opbrengst betekent van 185.427,- met welk bedrag het oorspronkelijk geraamde
nadelig saldo wordt teruggebracht tot 2.807.052,-,
Aangezien op het verzoek om subjectieve verhoging van 1958 nog niet is beschikt