Volgno. 5 der agenda -7- artikel 65, onder a: Met het oog op de bestaande praktijk lijkt het bij nader inzien eenvoudiger de regeling, neergelegd in artikel 100a, lid 1onder a, van de vigerende a.p.v. te hand haven; artikel 65, onder a, van het ontwerp ware te lezen als: a. welke niet door de gemeente-reinigingsdienst in gebruik is gegeven; artikel 65, onder c: "Er werkt in Breda een firma welke vuilnisemmers reinigt, nadat deze zijn ge ledigd. Deze dienst is lang niet altijd binnen dén uur na het ledigen ter plaatse. "Ook hier lijkt mij verruiming van de gestelde tijdslimiet gewenst. Men zou b.v. "kunnen aanhouden 2 uur." (Mej. t' Sas) "Het komt mij voor, dat de tijdslimiet van ddn uur om de vuilnisemmer te ver wijderen na lediging, wel erg krap gesteld is. Er zijn tal van omstandigheden derik- "baar dat zulks onmogelijk is. Alhoewel men deze bepaling wellicht soepel zal han— "teren, lijkt het mij toch niet juist het feit als zodanig strafbaar te stellen. (Van Boxtel) V/ij hebben er geen ernstig bezwaar tegen bedoelde tijdslimiet op twee uren te stellen. artikel 67 "De redactie van dit artikel lijkt mij eveneens de mogelijkheid van een verbod "in te houden van het ruimen van faecaliën zelfs indien zulks geschiedt door de des- "betreffende gemeentelijke dienst. Ook dan kan nl. "hinderlijke lucht" optreden.oet "deze redactie niet anders worden geformuleerd?" (Van Boxtel) Tussen "het is verboden" en "in de bebouwde kom" ware in te voegen: zonder ver gunning van burgemeester en wethouders". Bij optreden door de reinigingsdienst is artikel 2, lid 4, van toepassing. blz. 62, artikel 102 (vigerende a.r.v.): "Nieuw artikel 70 dusdanig aanvullen, dat de teneur van oud artikel 102 betref- "fende het kloppen van kleden etc. aangehouden wordt. Een beslist en niet irreëel ver- Wangen van de bezitters van winkelpanden.^uadekker V/ij menen terzake op de burgerlijke beleefdheid te mogen vertrouwen. blz. 74. artikel 126 (vigerende a.p.v.): "De gemeente heeft geenrslnigingstaak met betrekking tot abnormale bevuiling "van trottoirs, ergo evenmin een taak in verband met normale bevuiling! Ook de bewoners 'kunnen zich van een wettelijke verplichting ten deze ontheven achten, aangezien boven- "genoemd artikel komt te vervallen. "Is het wel juist, dat dus na de invoering van de nieuwe a.p.v, in feite niemand "meer aansprakelijk kan worden gehouden voor reiniging van trottoirs? Voor de betrokken "gemeentelijke dienst is het thans reeds een opgave de openbare weg schoon te^houden. "Naar mijn mening wordt hier een lacune in de verordening gecreëerd. (Mej. t Sas) "Het komt mij niet verstandig voor de reinigingstaak voor de burgerij uit de "a.p.v. te verwijderen, zolang mag worden aangenomen dat de gemeentelijke voorziening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 197