Volgno. 7 der agenda -2- Adressanten gaan er ten onrechte van uit, d.at de bestemming "passieve recreatie" parkaanleg betekent; daaronder kan ook vallen bouwland, weiland, particuliere ter reinen e,d. Het gebruik van het oostelijke gedeelte van het gebied rond "Vrederust" als kwe kerij voor de dienst van beplantingen strijdt dan ook geenszins met de bestemming passieve recreatie. In de ontwerp-bebouwingsvoorschriften is uitdrukkelijk gesteld, dat gebouwtjes ten dienste van deze bestemming zijn toegelaten zodat ook dc aan leg van de bij de kwekerij behorende kassen geoorloofd is Van een geringe eerbied van burgemeester en wethouders voor wet en uitbreidings plan is derhalve geen sprake, 5. Adressanten dienen er van overtuigd te zijn dat elk uitbreidingsplan te allen tijde kan worden gewijzigd. Het is namelijk niet mogelijk bij een uitbreidings plan van enige omvang alles tot in de kleinste dete,ils voor lengte van jaren vast te leggen. Detailherzieningen zullen steeds plaats hebben, totdat het plan geheel is gerealiseerd. Bij iedere wijziging zal met reële aanspraken van belanghebben den rekening moeten worden gehouden. Het is echter niet redelijk aan beste.ande bebouwing het recht te ontlenen de bestemming van aanliggende percelen geheel te bepalen, 6. Aan elk tegen een onkwerp-uitbreid.ingsplan gericht bezwaarschrift wordt, evenals aan de onderhavige, voldoende aandacht geschonken. 7. De bestemming bijzondere geboxiwer. betekent voor adressanten geenszins onzekerheid, daar, zoals reeds sub 1 is opgemerkt, de bepalingen van het iiitbreidingsplen en van de gemeentelijke bouwverordening in voldoende mate de toetreding van licht en lucht garanderen tot de aan adressanten toebehorende percelen. 8. Het uitbreidingsplan is geenszins opgezet als en zal na. realisatie ook niet wor den een "grauwe uitgestrektheid van straten en woningen" doch eerder een prettig en stedebouwkundig volkomen verantwoord stadsdeel waar de huizenrijen met veel groen worden opgefleurd. De bestemming "bijzondere gebouwen" is zeker niet op het betrokken gedeelte van het uitbreidingsplan gelegd om een sluitende exploitatie te verkrijgen. Zoals reeds sub 1 en 2 is opgemerkt is de bestemming noodzakelijk en niet op een andere plaats te verwezenlijken. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat ö.e bezwaren ongegrond dienen te worden verklaard. Wij stellen voor; 1de bezwaren van adressanten ongegrond te verklaren; 2, vast te stellen het pa.rtieel uitbreidingsplan in onderdelen "I-Iariuveld" overeen komstig de tekeningen nos.15772 en 15775 met de daarbij behorende bebouwingsvoor- schriften; 5. ons te machtigen: a. adressanten van Uw beslissing in kennis te stellen; b. enig onderdeel van de grens, de richting of het profiel van een straat nader vast te stellen en dienovereenkomsti de vorm der bouwblokken te wijzigen, wanneer bij definitieve uitmeting blijkt, dat enige afwijking van ondergeschik te betekenis tot aanpassing van het plan aan het terrein of het bouwplan nood.- zakelijk is. De afdeling voor openbare werken gaat met dit voorstel akkoord. Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 201