GEMEENTE BREDA Volgno. 9 der agenda Bijlagen 1959 no. 132 8 april 1959 V/5847 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 36 4e lid, der woningwet., voor het gedeelte van het uitbreidingsplan in hoofdzaak, waaraan door ge deputeerde staten goedkeuring is onthouden. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Zoals Uw college bekend is hebben gedeputeerde staten van Noord-Brabant bij hun besluit d.d. 4 maart j.l. G nos. 98890/l00701 het uitbreidingsplan in hoofdzaak goed gekeurd, met uitzondering van het gebied ten noorden van de kom van het voormalig Princenhage. Zulks zou kunnen medebrengen, dat voor dit gebied aanvragen voor een agrarische bebouwing overeenkomstig het uitbreidingsplan van de voormalige gemeente Princenhage niet zouden kunnen worden geweigerd. Dat zulks ongewenst is voor de gebieden welke in de naaste toekomst nog voor uit breiding van het woongebied in aanmerking komen, t.w. de afronding van de parochie van de H.Rozenkrans en de afronding van de kom Princenhage, behoeft geen betoog. Echter ook in het gebied, dat voor agrarische doeleinden bestemd blijft zullen voorzieningen moeten worden getroffen ten aanzien van het wegennet, indien dit ge bied voor intensieve tuinbouw zou worden bestemd. Wij stellen U daarom voor, overeenkomstig het gestelde in artikel 36, 4e lid der woningwet, te bepalen, dat de herziening van het uitbreidingsplan voor dit ge bied wordt voorbereid. Indien zulk een besluit wordt genomen kunnen wij de beslissing op een verzoek om een bouwvergunning aanhouden totdat dit besluit vervallen is of onherroepelijk is beslist op een inmiddels voor dit gebied vastgesteld uitbreidingsplan. De geldigheidsduur van een besluit als bedoeld in artikel 36, 4e lid der woning wet is ten hoogste een jaar. Een ontwerp-besluit ligt met de daarbij behorende tekening voor U ter visie. De afdeling voor openbare werken gaat met dit voorstel akkoord. Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 203