Volgno. 13 der agenda -2- niet in staat zijn de stichting van bedrijfspanden te financieren. "Jij zijn daarom van oordeel, dat het onderhavig belang beter behandeld lean worden door een voor dit doel op te richten H.V,waarmede men én vlotter werkzaam kan zijn én op meer gemaklcelijke wijze financieringsmiddelen kan aantrekken. Een dergelijke i'.V. zou echter niet geheel aan het gestelde doel beantwoorden, indien het bedrijfsleven daarin geen deel zou hebben. Wij hebben ons daarom verstaan met de kamer van koophandel en fabrieken voor 'Breda en deze kamer verzocht aan ons mede te delen of zij zich in principe met een dergelijke rechtspersoon zou kunnen verenigen. De kamer deelde mede, dat zij met belangstelling van dit denkbeeld heeft ken nis genomen en in principe bereid is daaraan medewerking te verlenen. In nader overleg is overeengekomen: a. over te gas.n tot de oprichting van een naamloze vennootschap ter bevordering van industrievestiging, met als doel 1het kopen en verkopen of in erfpacht uitgeven van gronden geschikt voor indus trievestiging 2. het bouwen of kopen enerzijds en het verkopen, verhuren of in huurkoop geven anderzijds van industrie- en ambachtsgebouwen; 3. het verstrekken aan derden van hypothecaire leningen ten behoeve van de stich ting van zulke panden; en 4. het verrichten van lie met het bovenstaande verband houdende of daarop be trekking hebbende handelingen, alles in de ruimste zin genomen. b. het maatschappelijk kapitaal van de op te richten II.V. te stellen op 1.000.000,-, verdeeld in 1000 aandelen van 1 ,000,-; c. alle aandelen bij de oprichters te plaatsen en wel 10 aandelen van 1.000,- bij de kamer van koophandel en het restant bij de gemeente Breda; d. bij de plaatsing' op elk aandeel van de nominale waarde te storten; e. de raad van commissarissen te laten bestaan uit vijf personen, waarvan een te be noemen uit het bestuur van de kamer van koophandel, twee uit de gemeenteraad t.w. een uit elk der beide grootste raadsfracties en twee anderen uit de leden van het college van burgemeester en wethouders. Het ligt in het voornemen, dat - zodra tot oprichting der H.V. is overgegaan - de algemene vergadering- van aandeelhouders als commissarissen zal aanwijzen: als vertegenwoordigers var burgemeester en -jethouders: de voorzitter van dit college en wethouder A, Jongbloed en als vertegenwoordigers van Uw raad: de heren Mr.K.A.M. Bastiaansen en J.P.V.Vermeulen terwijl de heer Mr.G.B.F.M.v.d.Schrieck als vertegenwoordiger der kamer van koophandel zal optreden. Het is niet de bedoeling- dat aan de commissarissen een vergoeding wordt toegekend. Het repressief toezicht op de commissarissen en op de gang van zaken bij de nieuwe vennootschap in het algemeen dient, voor wat het daarbij betrokken gemeente lijk belang betreft, naar ons oordeel te berusten bij de raad. Ten aanzien van de storting op de aandelen zijn alle betrokkenen van oordeel, dat het niet gewenst is, dat de aandelen reeds dadelijk bij de oprichting der h.V, worden volgestort. Een storting van 50; wordt voldoende geacht. Voor wat de aandelen betreft, welke door de gemeente zullen worden genomen, zou de storting overwegend dienen te geschieden door de inbreng van gronden welke voor industrie-vestiging zijn bestemd. Jij stellen Uw raad voor, gronden ter waarde van ff 395.881,25 aan de H.V. over te dragen. Voor het resterend bedrag, derhalve 99.118,75 zal de storting kunnen geschieden in contanten. Op de aandelen van de kamer van koophandel zal de storting geheel in contanten plaats hebben. De percelen,welke naar ons oordeel het meest voor inbreng in aanmerking komen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 208