GEMEENTE BREDA ïolgno- 14 der aëenda
Bijlagen 1959
no. 137
8 april 1959
AZ/5271
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van een verordening als bedoeld in arti
kel 5 der winkelsluitingswet 1951.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
De R.K.Bredase .Slagersvereniging "St.Antonius Abt" heeft zich tot ons college ge
wend met het verzoek te willen bevorderen, dat Uw raad bij verordening bepaalt, dat
elke slagerswinkel gedurende een nader te bepalen tijdsruimte van zes aaneengesloten
werkdagen, gelegen in het tijdvak tussen 1 mei en 1 oktober, voor het publiek gesloten
moet zijn.
In het verleden stelde Uw raad ieder jaar een verordening op de vakantiesluiting
voor slagerswinkels vast, waarbij in de verordening zelf voor elke slagerswinkel de
tijdsruimte aangeduid werd, gedurende welke de winkel gesloten moest zijn. Aan dit
systeem kleefden bezwaren; de slagers dienden al vdór de vaststelling van de verorde
ning hun vakantietijd te bepalen; in vele gevallen bleek de opgave van de vakantietiju
een slag in de lucht te zijn, hetgeen er toe leidde, dat, na vaststelling van de ver
ordening, meerdere verzoeken tot wijziging van de vakantieregeling gedaan plachten te
worden, welke wijziging formeel slechts door Uw raad kon geschieden.
Een aanmerkelijk eenvoudiger gang van zaken zou verkregen kunnen worden door vast
stelling van een permanente basisverordening, waarin het opmaken en publiceren van de
rooster, waarin voor iedere slagerswinkel de tijdsruimte wordt aangewezen, waarin
het verboden is die winkel voor het publiek geopend te hebben, bij wijze van uitvoerings
maatregel aan ons college xfordt overgelaten.
Ingeval de slagers in enig jaar geen prijs zouden stellen op een vakantiesluitings-
regeling, levert het permanente karakter van de verordening geen bezwaar op, daar ons
college het vaststellen van een rooster dan achteritfege zal laten.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken, welke ingevolge het bepaalde in artikel 14,
2e lid der winkelsluitingswet 1951 over het treffen van een regeling als hiervoor be
doeld moet worden gehoord, kan zich blijkens haar schrijven van 19 maart 1959 no.
K 2580 hiermede verenigen.
In verband met het vorenstaande stellen wij U voor, onder toepassing van artikel
5 van de winkelsluitingswet 1951, te besluiten tot vaststelling van bijgaande concept
ver ordering.
Een eventueel a'wijkend advies van de commissie voor de strafverordeningen zal
U nog nader worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester.
Van Woensel
secretaris.