GEMEENTE BREDA V olgno34 der agenda Bijlagen 1959 no. 165 8 april 1959 P/3715 Schrijven van burgemeester en wethouders naar aan leiding van het besluit van gedeputeerde staten tot onthouding van de goedkeuring op wijzigingen van de bezoldigingsregeling brandweer. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Kaar aanleiding van het besluit van gedeputeerde staten van 25 februari 1959 G no. 1456-57 mogen wij opmerken, dat het ons voorkomt, dat gedeputeerde sta ten ten onrechte hebben besloten tot onthouding van goedkeuring op Uw besluiten van 17 september 1958 tot wijziging van de bezoldigingsregeling brandweer 1355> respec tievelijk ingaande op 1 januari 1957 en 1 april 1958. In artikel 1 van de brandweerwet wordt die goedkeuring vereist op de raadsbe sluiten inzake de algemene regelen betreffende de organisatie en het beheer van de brandweer. Gedeputeerde staten rekenen kennelijk de bezoldigingsregeling brand weer tot deze algemene regelen. Echter lijkt dit onjuist, althans zeer aanvecht baar te zijn, omdat zodoende het begrip "organisatie en beheer" buiten zijn normale grenzen wordt uitgerekt. Ook in de geschiedenis van de totstandkoming van de brand weerwet vinden wij voor een dergelijke interpretatie geen steunpunten. Krachtens de ambtenarenwet 1929 bestaat er een repressief toezicht op gemeen telijke bezoldigingsregelingen. In de totstandkoming van de brandweerwet zijn geen aanwijzingen te vinden, dat dit toezicht ten aanzien van de bezoldiging van het ge meentelijke brandweerpersoneel niet voldoende zou zijn en zou moeten worden vervan gen door een preventief toezicht middels een al dan niet goedkeuring. Op grond van de aan ons in Uw raadsbesluit van 15 mei 1936 en 10 januari 1938 overgedragen bevoegdheid hebben wij dan ook een beroep ingesteld tegen bovenbedoeld besluit van gedeputeerde staten. Burgemeester en wethouders van Breda, G. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris ligt ter visie in de raadzaal.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 259