GEMEENTE BREDA Volgno. 36 der agenda Bijlagen 1959 no. 167 8 april 1959 V/4643 Voorstel van "burgemeester en wethouders tot wij ziging van de verordening als bedoeld in art.29a der wet vervreemding landbouwgronden, AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Op 15 mei 1957 heeft Uw college op ons desbetreffend voorstel een verorde ning vastgesteld als bedoeld in artikel 29a der wet vervreemding landbouwgronden, In deze verordening werden bepaalde d„elen van de gemeente aangewezen als gebied waarin slechts onroerend goed is gelegen, dat duurzaam voor andere d.an land bouwkundige doeleinden wordt gebruikt. Dit brengt mede, dat voor dat gebied bij de overdracht van onroerend goed, geen verklaring van ons college c.q. van gedeputeerde staten als bedoeld in art, 29a, 1e lid of 3e lid der wet vervreemding landbouwgronden vereist is. Uit de praktijk is gebleken dat uitbreiding van dit gebied nuttig en gewenst is. Wij stellen U daarom voor voormelde verordening van 15 mei 1957 aan te vul len met de secties S en D der kadastrale gemeente Breda, met uitzondering van een aantal percelen, welke in de verordening zijn genoemd en welker nummers in rood zijn aangegeven op de ter visie gelegde kaart. Te Uwer oriëntering leggen wij eveneens ter visie ons voorstel d.d. 8 mei 1957 no.V/l4l63, alsmede de oorspronkelijke verordening, welke door de Kroon is goed gekeurd bij besluit van 5 augustus 1957,no. 53. Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 261