GEMEENTE BREDA Volgno. 43 der agenda Bijlagen 1959 no. 174 11 april 1959 V/6363 Voorstel van burgemeester en wethouders om geen gebruik te maken van het recht van koop van de rechten op de grond en opstallen van het ziekenhuiscomplex gelegen aan de Vilhelminasingel, van de Vereniging tot stichting en instandhouding van een Diaconessenhuis. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Zoals Uw college bekend is, heeft de gemeente rente en aflossing gewaarborgd van een tweetal leningen, die de Vereniging tot stichting en instandhouding van een Dia conessenhuis heeft aangegaan voor de financiering van de kosten van de bouw en in richting van een nieuw Diaconessenhuis. In de betreffende besluiten komt een bepaling voor dat de Vereniging zich verbindt al de rechten op de grond en opstallen van het ziekenhuiscomplex aan de Vilhelminasingel aan de gemeente Breda te verkopen voor een bedrag, vast te stellen door drie deskundigen, waarvan één zal worden aangewezen door ons college, één door het bestuur der Vereniging en de derde door beide deskundigen of - indien deze beide het daarover niet eens kunnen worden - door de heer Kanton rechter te Breda. Aangezien ook de dtaat der Nederlanden als eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente Breda sectie B no. 5814, waarop een gedeelte van het ziekenhuiscom plex is gesticht, belang had bij de taxatie is in onderling overleg de derde deskun dige door de Staat aangewezen. De door deskundigen vastgestelde waard.e van het erfpachtsperceel van de Staat kwam ons aanvaardbaar voor, zodat wij U bij ons voorstel van 9 dezer (Bijlagen 1959, no. 148) voorstelden dit perceel voor de getaxeerde prijs aan te kopen. Het door deskundigen vastgestelde bedrag van het perceel Breda B 5360, eigendom van voormelde vereniging en van de opstallen op beide hiervoor genoemde percelen achten wij voor de gemeente evenwel te hoog, gelet op het gebruik dat de gemeente hiervan zou kunnen maken. Ket schattingsrapport hebben wij voor U ter inzage gelegd. Teneinde de Vereni ging in verband met eventuele onderhandelingen omtrent verkoop aan derden niet langer te binden aan de verplichtingen tot verkoop aan de gemeente, stellen wij U voor overeenkomstig het ter visie gelegd ontwerp-besluit te besluiten dat de ge meente van voormeld recht geen gebruik zal maken. Wellicht ten overvloede merken wij op, dat het nemen van een zodanig besluit onderhandelingen met de Vereniging op een lager bedrag niet uitsluit. De afdeling voor openbare werken wordt nog over dit voorstel gehoord. Een even tueel afwijkend advies van deze afdeling zal nog worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 271