GEMEENTE BREDA
Volgno. 44- der agenda
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1959
no. 175
15 april 1959
OS/51 90
Preadvies van burgemeester en wethouders op het
verzoek van het bestuur van de Stichting ter be
vordering van r.k.hoger, voorbereidend hoger en
middelbaar onderxfijs te Breda om een gemeentesub
sidie voor een r.k. h.b.-s. voor het cursusjaar
1959/1960.
Eet bestuur van de Stichting ter bevordering van r.k. hoger, voorbereidend hoger
en middelbaar onderwijs te Breda heeft zich bij schrijven van 6 maart 1959 tot Uw
raad gewend met het verzoek, voor het cursusjaar 1959/1960 een subsidie ad 40.000,-
te verlenen in de kosten van twee klassen van een op te richten h.b.s. met vijfjarige
cursus voor jongens en meisjes, alhier.
De reden waarom het bestuur van de stichting aan de gemeente een bijdrage in de
kosten van deze school vraagt is gelegen in het feit, dat de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen zich nog niet heeft bereid verklaard deze school voor sub
sidie van rijkswege in aanmerking te brengen, zodat het bestuur op andere wijze de
kosten moet dekken. Het bestuur is echter overtuigd, dat de stichting van een r.k. ge
mengde h.b.s.met 5-jarige cursus in deze gemeente ten volle verantwoord is en om die
reden binnen korte tijd voor subsidie van rijkswege in aanmerking zal komen.
Uit het beschikbare cijfermateriaal - waarvoor wij U naar de bijlage van dit
voorstel verwijzen - blijkt, dat de beide r.k. v.h.m.o.-scholen niet in staat zullen
zijn de verwachte aantallen leerlingen op te nemen, zodat tot de stichting van een
nieuwe school werd besloten. Hiertoe xrerd mede aanleiding gevonden in de onderkende
behoefte aan een r.k. 5-jarige h.b.s. naast de bestaande r.k. v.h.m.o.-scholen, welke
slechts gymnasia, rn.m.s, en een - niet gemengde - 6-jarige h.b.s. omvatten.
Haar de mening van ons college is de gedachtengang van bovengenoemd bestuur
juist en ons college heeft daarom reeds meermalen het verzoek van het bestuur om
rijkssubsidie te verwerven ondersteund en bepleit. Met het bestuur is ons college
van mening, dat de medewerking van het rijk aan deze school dan ook niet onthouden
kan blijven en des te eerder zal worden verkregen, naar mate de behoefte duidelijker
kan worden gesteld.
Het is dan ook daarom, dat ons college aan Uw raad voorstelt te besluiten over
eenkomstig het ontwerp-besluit dat wij U hierbij doen toekomen en de ter inzage
gelegde begrotingswijziging vast te stellen.
In meer algemene zin menen wij ons voorstel te moeten motiveren met een ver
wijzing naar de sterk stijgende behoefte aan voortgezet onderwijs en een ruime diffe
rentiatie hierin. Met name geldt dit ter plaatse voor het v.h.m.o., dat voor be
langrijks groepen van de bevolking tot nu toe nog betrekkelijk weinig betekenis heeft
gehad en daar derhalve nog een belangrijk recruteringsveld heeft. Spreiding van de
v.h.m.o.-scholen lijkt ons daarom mede noodzalcelijk. Tenslotte zij nog gewezen op de
