GEMEENTE BREDA
Volgno. 6 der agend;
Bijlagen 1959
6 mei 1959
V/7549
no180
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verkopen van drie winkelwoningen van het complex
675 woningen, bouwplan 1947.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA,
De tegenwoordige huurders van een drietal winkelwoningen, behorende tot het met
rijkssteun geëxploiteerde complex 675 woningen van het bouwplu. 1947, hebben ons reeds
vorig jaar de wens te kennen gegeven om het door hen bewoonde en geëxploiteerde pand
in eigendom van de gemeente te mogen overnemen. Bedoeld verzoek is gedaan door de heren:
P.A.Smit, Meidoornstraat 78, kruideniersbedrijf
J.Oomen, Columbusstraat 48, groenten- en fruithandel;
H.van Dijk, Willem Barendszstraat 31» kappersbedrijf
De betreffende percelen zijn in rode kleur aangegeven op de bijgevoegde tekeningen
nos. 19281, 19280 en 19279 en maken deel uit ven dppercelon, kadastraal bekend:
gemeente Breda, sectie E no. 684, ter grootte van 115 m2;
gemeente Princenhage, sectie I no. 3128, ter grootte van 140 m2;
gemeente Princenhage, sectie I no. 3114, ter grootte van 150 m2.
Wij zijn van oordeel dat het om verschillende redenen wenselijk is de verzoeken
van de gegadigden in te willigen en tot verkoop van deze wihkelwoningen te besluiten.
Daarbij hebben wij ons op de eerste plaats laten leiden door de ook meermalen in Uw college
te kennen gegeven wens om de particuliere eigendom waar mogelijk te bevorderen. In casu
komt daar dan nog bij dat de belanghebbenden, die allen in staat geacht moeten worden
om hun woning naar behoren te onderhouden en te bewonen, nu ook meer mogelijkheid
wordt geboden om tot betere outillering van hun bedrijfspand over te gaan.
Ten tijde dat de betreffende verzoeken ons bereikten speelde voorts de thans niet
meer zo urgente behoefte aan financieringsmiddelen ook een rol, terwijl overigens
elke verantwoorde vermindering van het vrij omvangrijke gemeentelijk woningbezit in
het algemeen wel aanbeveling verdient.