GEMEENTE BREDA ÏOlcno 7 der a£enik' AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bijlagen 1959 nr.232 10 juni 1959 V/10137 Voorstel van burgemeester en wethouders tot aan vulling van de bebouwingsvoorschriften "Binnenstad n.o." met een overgangsbepaling. Op 13 februari 1957 besloot Uw raad voor het noord-oostelijk gedeelte der binnenstad een bebouwingsverordening, als bedoeld in artikel 43 van de woningwet vast te stellen. Dit besluit werd door gedeputeerde staten van Noord-Brabant goed gekeurd bij besluit d.d. 5 juli 1958 G no. 72940. Tegen het besluit tot vaststelling heeft de Bond Heemschut beroep ingesteld bij gedeputeerde staten. Dit college heeft de bond niet ontvankelijk verklaard in zijn beroep, omdat hij, zoals de wet voorschrijft, geen bezwaar gemaakt heeft bij de raad. Overigens konden gedeputeerde staten geen aanleiding vinden om ambtshalve goed keuring aan het raadsbesluit te onthouden. Inmiddels heeft genoemde bond aan de Kroon verzocht het raadsbesluit tot vast stelling te vernietigen. Hoewel, gezien de jurisprudentie, de Kroon de bond vermoedelijk niet ontvanke lijk zal verklaren in zijn beroep, bestaat de kans, dat de Kroon wel goedkeuring aan het raadsbesluit onthoudt, omdat in de bebouwingsvoorschriften geen overgangsoepaling is opgenomen, welke de rechten van de eigenaren, der in het plan gelegen percelen veilig stelt. Aanvulling van deze verordening net een zodanige bepaling is derhalve gewenst. Een concept-besluit hiertoe heeft met ingang van 20 april 1959 gedurende vier weken ter visie gelegen ter gemeentesecretarie. Deze ter visielegging is openbaar be kend gemaakt en bovendien aangekondigd in "De 4 tem" en "De Bredasche Courant". Er zijn geen bezwaarschriften ingekomen. Wij stellen U voor tot aanvulling van de bebouwingsverordening te besluiten overeenkomstig het ter visie gelegde ontwerp. De afdeling voor openbare werken gaat met dit voorstel akkoord. Burgemeester en wethouders van Breda, De secretaris, De burgemeester, Van woensel C.Kortmaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 369