volgno.10 der agenda -2- eigenaren en hypotheekhouders zijn uitgegaan is uitdrukkelijk gesteld, dat zoals de wet voorschrijft de bezwaarschriften aan de raad moeten worden gericht. Nu re clamanten, hiervoor genoemd sub 2 t/m 4, 6, 7 en 9» bit niet hebben gedaan zijn zij in hun bezwaren niet ontvankelijk. De bezwaarschriften van de reclamanten sub 7 en 9 zijn bovendien na 21 april 1959 ingekomen, zodat deze reclamanten ook om die reden niet ontvankelijk zijn. Ten aanzien van de overige bezwaarschriften merken wij het volgende op: ad 1In dit bezwaarschrift wordt niet gezegd, wat de bezwaren zijn. Stedebouwlumdig gezien is het niet mogelijk het pand, staande op het perceel E 1324 te sparen. Het pand moet worden geamoveerd in verband met het uitzicht op de ;cruising Haagweg- Vestkant. Aan reclamante kan worden toegezegd, dat haar bij aankoop of onteigening door de gemeente volledige schadeloosstelling zal worden gegeven overeenkomstig de daarvoor bestaande voorschriften. ad 5. Stedebo1 wkundig gezien is het noodzakelijk, dat in verband met de verbreding van de Vestkant het uitzicht op de hoek Oranjeboomstraat - Vincent van Goghstraat zo ruim mogelijk is, In verband hiermede zal het pand, staande op het perceel E no. 3035 te zijner tijd moeten worden geamoveerd. Aan reclamant kan worden toegezegd, dat hij bij aankoop of onteigening door de gemeente volledige schadeloosstelling zal ontvangen overeenkomstig de daarvoor bestaande voorschriften en dat de voor hem uit deze aankoop of onteigening voortvloeiende consequenties met de nodige zorg en begrip zullen worden tegemoetgetreden. ad 8. Terwille van een gavere ruimtelijke vorm van het Dr.Jan Ingen Houszplein en ten be hoeve van een betere verkeersafwikkeling is het onvermijdelijk, dat het pand staande op perceel sectie E 3168 wordt geamoveerd. Aan reclamant kan worden toege zegd, dat hij bij aankoop of onteigening door de gemeente volledige schadeloos stelling zal ontvangen overeenkomstig de daarvoor bestemde voorschriften. Op grond van het vorenstaande stellen vrij U voor: 1in te trekken het gedeelte van het partieel uitbreidingsplan in onderdelen "Heuvelplan 1949" vastgesteld bij Uw besluit d.d. 14 juni 1950, goedgekeurd door gedeputeerde staten bij besluit d.d. 25 oktober 1950G no. 40423 H, hetwelk op de ter visie gelegde tekening no. 15307 in rode kleur is aangegeven; 2. de reclamanten D.van der Linden, wred. P.van Gemert-de Steur, C.J.Joosen, J.A. Joosen, P.Remie en A.Rovers, niet ontvankelijk te verklaren in hun bezwaren; 3. de bezwaren van de reclamanten fa. J. de Jongh en Zoon, J.Looman en A.C.G.van Aart ongegrond te verklaren; 4. vast te stellen de bebouwingsvoorschriften "Vestkant e.o." overeenkomstig het ter visie gelegde ontwerp en daarbij behorende kaart no. 15707; 5. ons te machtigen reclamanten in kennis te stellen van hetgeen Uw raad ten aanzien van hun bezwaarschriften heeft overwogen en beslist. De afdeling voor openbare werken gaat met dit voorstel akkoord. Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 373