GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. volgnr.12 der agenda Bijlagen 1959 nr.237 10 juni 1959 V/10217 Nota van burgemeester en wethouders inzake de moge lijkheden met betrekking tot de bouw van goedkope woningen. Tijdens de behandeling der begrotingen voor het jaar 1959 is door de heer Vermeulen gevraagd om zo mogelijk van gemeentewege over te gaan tot het bouwen van een goedkoop type woningen, welke woningen dan b.v. ook aan de huurders van voor afbraak bestemde krotten zouden kunnen worden toegewezen. Onzerzijds is erop gewezen, dat voor een dergelijk soort woningen in ieder ge val geen afbreuk mag worden gedaan aan de minimum-eisen voor woningwetbouw, terwijl voorts is toegezegd deze aangelegenheid nader te bezien en U terzake rapport uit te brengen. Wij hebben ons verder hieromtrent georiënteerd en mogen U als volgt onze inzichten op dit gebied kenbaar maken. De stichtingskosten van een complex woningwetwoningen omvatten verschillende onderdelentw a. de kosten van verwerving en bouwrijp maken van het bouwterrein; b. de aannemingssom; c. het architectenhonorarium; d. de kosten van dagelijks toezicht; e. de onvoorziene uitgaven; f. de aansluitkosten riolering, gas, stroom en water; g. het renteverlies tijdens de bouw. Wij hebben nagegaan of, op welke wijze en in welke mate de onderscheiden kosten in gunstige zin zouden kunnen worden beïnvloed. Met name zullen om tot een goedkoop type woningen te geraken, die kosten stuk voor stuk en in hun geheel tot het minimale be drag moeten worden gereduceerd. Ten aanzien hiervan moge het navolgende dienen. Ad a. Om de kosten van verwerving en bouwrijp maken van de grond tot een aanvaard baar minimum terug te brengen, zou een uitbreidingsplan met een hoge bebou- wingscoëfficient nodig zijn; zoveel mogelijk woningen, met als gevolg weinig groen voorziening en zo min mogelijk verhardingen. De bewoonbaarheid zal dit niet ten goede komen, doch bovendien zou het effect daarvan maar weinig betekenen. Gesteld, dat deze kosten met 20 fo zouden kunnen worden verminderd, in de grondprijs per woning resulterende in een daling van b.v. 2.750,- tot 2.200,-, dan zou dit slechts 3 - 5 7° huurvermindering opleveren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 376