GEMEENTE BREDA volgno. 14 der agenda
Bijlagen 1959
nr. 239
10 juni 1959
V/8351
Preadvies van burgemeester en wethouders op het
beroep ingesteld door P.J.Beenakkers tegen het
besluit van burgemeester en wethouders, waarbij
hem een bouwvergunning is geweigerd.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Zoals U bekend is heeft de heer P.J.Beenakkers bij Uw raad beroep ingesteld
tegen ons besluit d.d. 25 maart 1959 no. V/4491, waarbij hem vergunning is gewei
gerd tot het bouwen van een bakkerij op het perceel Poolseweg 59-61kadastraal
bekend gemeente Breda, sectie D no. 6697-6698.
Het beroepschrift met de daarbij behorende stukken ligt voor U ter visie in
de raadzaal.
.rij hebben deze vergunning geweigerd wegens strijd met het bepaalde in ar
tikel 31 der bouwverordening.
Genoemd artikel houdt het volgende in:
1. Op een open erf gevorderd krachtens artikel 16, zomede achter een achtergevel
rooilijn, mogen geen gebouwen worden gebouwd dan zodanige waarvan de gezamenlijke
inhoud en de hoogte, beide gemeten buitenwerks boven de grondslag van het aan
sluitende terrein niet meer dan 15 m3 en 2,50 m bedragen. Niet meer dan een vier
de gedeelte van het erf mag door deze gebouwtjes worden ingenomen.
2. Van het bepaalde in het eerste lid is vrijstelling mogelijk ten behoeve van niet
ter bewoning bestemde bijgebouwen, behorende bij een
a. niet ter bewoning bestemd gebouw;
b. ter bewoning bestemd gebouw van bijzondere aard en bestemd voor gemeenschappe
lijk gebruik door de bewoners;
c. indien de perceelsdiepte groter is dan 25 m en zodanig, dat in verband met de
belendingen het verlenen van vrijstelling is gewettigd;
een en ander met dien verstande, dat zij binnen 6 m van de achtergrens geen gro
tere hoogte dan 4 m gemeten boven de weghoogte mogen verkrijgen.
3. Van het bepaalde in het eerste lid is med.e vrijstelling mogelijk in bijzondere
gevallen of in geval van dringende noodzakelijkheid.
Zoals uit de bij ons besluit behorende tekening van de architect en uit de
afzonderlijke situatietekening blijkt, voldoet het plan niet aan het 1e lid van
artikel 31Evenmin kan een beroep gedaan worden op de vrijstellingsmogelijkheid
genoemd in het 2e lid. van dit artikel.
Er rest dan nog de mogelijkheid tot het verlenen van vrijstelling van het
bepaalde in het 1e lid van het artikel, in bijzondere gevallen of in geval van
dringende noodzakelijkheid.
Verzoeker wijst er in zijn beroepschrift op, dat de warenkeuringsdienst zijn
bestaande bakkerij heeft afgekeurd en dat hij in verband daarmede voorzieningen
moet treffen; voorts dat de gezondheidstoestand van zijn echtgenote eist, dat de be
staande bakkerij tot woonruimte wordt ingericht en tenslotte op het feit, dat in de