GEMEENTE BREDA volgno. 40 der agenda Bijlagen 1959 nr. 282 10 juni 1959 F/8088 Voorstel van Burgemeester en wethouders tot het aangaan van kasgeldleningen in het tweede kwar taal 1959. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Telkenjare werd door U besloten tot het aangaan van kasgeldleningen tot een bedrag, waaraan naar raming in het komende jaar behoefte zou bestaan. Ingaande januari 1958 is door gedeputeerde staten verzoent, om indien het maximum aan kasgeld op te nemen bedrag uitgaat boven de norm van 25/^ van het bud get - hetgeen voor de gemeente ook voor 1959 het geval is - de geldigheidsduur van het besluit te beperken tot een periode van drie maanden. In Uw vergadering van 11 maart 1959 besloot U dat gedurende het tweede kwar taal 1959 de maximum kasgeldschuld der gemeente niet meer zou bedragen dan 12.100.000,-. Volgens de ter visie gelegde berekening zal dit maximum gedurende het derde kwartaal een bedrag van £.700.000,- niet behoeven to overschrijden. In verband met bovenstaande stellen wij U voor te besluiten tot net aangaan van kasgeldleningen gedurende het derde kwartaal 1959 met een maximum looptijd van een jaar, tot een som van ten hoogste 8.700,000,- met inbegrip van de in rekening courant opgenomen bedragen en voorts onder do voorwaarden in het voor U ter visie gelegde ontwerp-besluit opgenomen. Burgemeester en wethouders van Breda, CKortmann burgemeester. Van VJoensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 430