GEMEENTE BREDA
volgno. 42 der agenda
Bijlagen 1959
nr.284
10 juni 1959
F/8084
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het vast
stellen van een nieuwe gezinsreductie-regeling voor
gas, water en elektriciteit.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Sedert met ingang van 1 januari 1957 de waterleidingtarieven in deze gemeente
werden herzien is vanuit Uw raad enige malen aangedrongen op de invoering van een
gezinsreductieregeling v.oor water. Dit verzoek was mede ingegeven door de omstanaig—
heid, dat de N.V.Waterleiding Maatschappij "Woord-West Brabant" een gezinsreductie
regeling kent, welke tot genoemde datum in het door haar in deze gemeente verzorgde
gebied gold.
Bij ons onderzoek naar de mogelijkheden en consequenties van een gezinsreductie
regeling voor water hebben xfij ons uiteraard bediend van de ervaringen, welke zijn op
gedaan met de reeds bestaande regeling voor gas- en elektriciteitsverbruikers.
Hierbij trok het onze aandacht dat niet van een redelijke verhouding kan worden ge
sproken tussen de totaal uit te keren bedragen en de kosten, welke^met de uitvoering
gemoeid zijn. Het is gebleken, dat op een uit te keren bedrag van - 56.000,- onge
veer 10.000,- kosten van uitvoering vallen.
Dit gegeven achttenwij zodanig bedenkelijk, dat wij allereerst nader hebben doen
onderzoeken op welke xjijze deze kosten zouden kunnen worden gedrukt. De voorn, mste
oorzaak van deze hoge kosten van uitvoering bleek te zijn gelegen in de gecompliceerd
heid der regeling, welke zich niet verdraagt met een vlotte, min of meer automatische,
vaststelling der reductiebedragen. Zoals uit de ter visie gelegde regeling (gemeenteDlad
no. 1305) blijkt zijn er 4 groepen van belanghebbenden te onderscheiden, waarvoor ver
schillende reductiepercentages en gevarieerde maxima gelden, terwijl enige bestanddelen
van de verbruiksbedragen, nl. vastrecht, meterhuur en nachtstroom, niet in aanmerking
worden genomen.
Deze differentiaties zijn op goede gronden te verdedigen, doch de met deze regeling
opgedane ervaringen maken het toch wel uitermate wenselijk tot vereenvoudiging over te
gaan.
Berekeningen hebben aangetoond, dat voor de vier onderscheiden groepen de gemid
delde bedragen, welke per jaar per gezin worden uitgekeerd, met enige afronding als
volgt zijn te onderscheiden:
gezinnen met 4 en 5 kinderen ƒ15,- per jaar
6 en 7 25,-
8 en 9 11 35,-
"10 en meer" 45,-