GEMEENTE BREDA
volgno. 7 der agenda
Bijlagen 1959
no. 297
8 juli 1959
AZ/11563
Voorstel ven burgemeester en wethouders tot he
aanwijzen van een standplaats voor woonwagens.
f
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Ingevolge het bepaalde in artikel 19, 1e lid der algemene politie-veror-
dening voor de gemeente Breda 1959, welke verordening op 20 juli a.s. in wer
king zal treden, is het de eigenaar of gebruiker van een woonwagen als bedoeld
in artikel 1 van de wet op woonwagens en woonschepen verboden daarmede stand
plaats in te nemen op een andere plaats dan door de gemeenteraad daartoe is aan
gewezen.
Op grond van een dergelijke bepaling, voorkomende in de algemene politie
verordening voor de gemeente Breda 1945, welke op voormeld tijdstip vervalt,
wees Uw raad bij zijn besluit d.d. 20 juli 1949 als standplaats voor woonwagens
aan de percelen, gelegen langs de Oude Baan nabij de Terheijdenseweg, kadas
traal bekend gemeente Breda sectie G- nr.6.
Tevens wees Uw raad een plaats in de gemeente aan voor een strafkamp voor
woonwagenbewoners. Bij Uw besluit d.d. 29 oktober 1952 werd nl. een terrein,
gelegen op de Galderse heide aan de Verlengde Heistraat, op de voor U ter visie
gelegde kaart gearceerd en gemerkt A aangegeven, aangewezen als kosteloos kamp
voor de woonwagenbewoners, die weigeren hun staangeld te betalen in het woon
wagenkamp aan de Terheijdenseweg.
In verband met het voorgaande stellen wij Uw raad voor op grond van het
bepaalde in voormeld artikel der nieuwe algemene politieverordening de hier
voor aangeduide plaatsen wederom aan te wijzen als standplaats voor woonwagens.
Burgemeester en wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester
v. Ucensel
secretaris