GEMEENTE BREDA volgno. 8 der agenda Bijlagen 1959 no.298 8 juli 1959 V/10079 Voorstel van burgemeester en wethouders tot intrekking van het gedeelte van het uitbreidingsplan in hoofdzaak, waarvoor is vastgesteld het uitbreidingsplan "Emer" AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bij Uw besluit d.d. 8 januari 1958, werd het uitbreidingsplan in hoofdzaak vastgesteld. Dit plan is door gedeputeerde staten gedeeltelijk goedgekeurd bij besluit van 4 maart 1959 G no. 98890/l00701. Hangende de procedure tot goedkeuring van het uitbreidingsplan in hoofdzaak stelde Uw raad op 17 september 1958 het uitbreidingsplan in onderdelen "Emer" vast. Dit plan is door gedeputeerde staten van Noord- Brabant goedgekeurd bij besluit d.d. 3 juni 1959 G no. 3511. De bekend making van de goedkeuring heeft inmiddels plaats gehad. Bij de goedkeuring van het uitbreidingsplan in hoofdzaak hebben gedeputeerde staten het gebied, waarvoor het uitbreidingsplan Emer was vastgesteld niet buiten goedkeuring gelaten. Hoewel volgens constante jurisprudentie van de Kroon voor eenzelfde gebied geen twee uitbreidings plannen kunnen gelden, zouden er toch moeilijkheden kunnen ontstaan bij de beantwoording van de vraag, welk uitbreidingsplan geldig is. Teneinde deze moeilijkheden weg te nemen is het nodig, dat Uw raad het gedeelte van het uitbreidingsplan in hoofdzaak, waarop Emer betrekking heeft, intrekt. Wij stellen U daarom voor dit gedeelte van het uitbreidingsplan in hoofdzaak in te trekken. Uw besluit is aan de goedkeuring van gedeputeerde staten onderworpen. Een ontwerp-besluit ligt ter visie in de raadzaal. Burgemeester en wethouders van Breda, C. Kortinann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 454