GEMEENTE BREDA Bij volgno. 12 der agenda Toelichting behorende bij het voorstel van burgemeester en wethouders op een aanvraag om medewerking voor het aanschaffen van meu bilair t.b.v. de b.l.o» school aan de Verbee- tenstraat, alhier. De aanvrage van het bestuur van de opvoeding- en onderwijsstichting "St. Marie" te Huijbergen heeft betrekking op het vervangen van meubilair van drie klassen van de b.l.o. school voor zwakzinnige kinderen, Verbeetenstraat 40, alhier. Het meubilair in deze klassen is zodanig verouderd en versleten, dat vervanging gewenst en gemotiveerd moet worden geacht. Indien deze aanvrage een school voor g.l.o., v.g.l.o, of u.l.o, zou be treffen, zou het verzoek om medewerking ingevolge artikel 72 van de l.o, wet 1920 moeten worden ingewilligd. De stichtingskostenvergoeding voor b,l.o.-scholen is sinds 1 januari 1959 geregeld in het "besluit stichtingskosten b.l.o."; dit besluit verklaart de artikelen. 72 e.v. der l.o.-wet 1920 van toepassing voor de b.l.o.-scholen opge richt na 1 januari 1959; voor wat betreft de vergoeding der kosten, als in het onderwerpelijke geval bedoeld, voor scholen, die reeds vóór 1 januari 1959 be stonden bepaalt het "besluit stichtingskosten b.l.o.", dat het schoolbestuur de voorzieningen c.q, aanschaffingen zelf financiert en dat het van het gemeente bestuur jaarlijks een vergoeding ontvangt, gebaseerd op een bepaalde huurwaarde. Voor genoemde datum was onder meer voor de scholen voor zwakzinnige kin deren geen regeling getroffen voor wat betreft de vergoeding van de stichtings kosten; artikel 5 van de l.o.-wet 1920 liet evenwel voor de gemeenten de moge lijkheid open om aan b.l.o,-scholen een geldelijke bijdrage te verlenen in bedoelde kosten. Op grond van dit artikel werden door de I.B.B.Z. vóór 1 januari 1959 in gevallen als deze de stichtingskosten van b.l.o.-scholen vergoed op een analoge wijze als is aangegeven in de artikelen 72 e,v. der l.o.-wet 1920. Waar artikel 5 van de l.o.-wet 1920 nog steeds van kracht is en bedoelde mogelijkheid mitsdien nog steeds aanwezig is, verdient het ons inziens aanbeve ling, dat voor de vergoeding der kosten van aanschaffing van meubilair, leer- en hulpmiddelen de regeling, analoog aan de artikelen 72 e.v, der lager onder wijswet 1920toegepast wordt; dit omdat deze regeling volkomen aansluit bij de vóór 1 januari 1959 door de I.B.B.Z. gevolgde gedragslijn en omdat hierdoor de financiële administratie van het schoolbestuur en de gemeente in niet geringe mate wordt vereenvoudigd. In het onderhavige geval waren voor de kostenvergoeding van het aan te schaffen meubilair de artikelen 72 e.v. der l.o.-wet 1920 toe te passen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1959 | | pagina 460